My spirit sang all day
O my joy.
Nothing my tongue could say,
Only my joy!
My heart an echo caught-
O my joy-
And spake, Tell me thy thought,
Hide not thy joy.
My eyes gan peer around,-
O my joy-
What beauty hast thou found?
Shew us thy joy.
My jealous ears grew whist;-
O my joy-
Music from heaven is’t,
Sent for our joy?
She also came and heard;
my joy
What, said she, is this word?
What is thy joy?
And I replied, O see,
my joy,
‘Tis thee, i cried, ’tis thee:
Thou art my joy.
Mijn hart zong de hele dag
o mijn geluk.
mijn tong maakte geen gewag,
alleen mijn geluk!
Mijn hart ving een echo op-
o mijn geluk-
en sprak, wat denk je, zeg op,
verberg niet je geluk.
Mijn ogen keken rond,-
o mijn geluk-
wat schoonheid die gij vond?
Toon ons je geluk.
Mijn oren floten van jalouzie;-
o mijn geluk-
hemelse melodie,
voor ons geluk gezonden?
Ook zij kwam, en kreeg in ’t vizier
mijn geluk,
ze zei, wat hoor ik hier?
Wat is jouw geluk?
En ik antwoordde, kijk naar mij,
mijn geluk,
jij bent het, riep ik, jij, ja jij:
jij bent mijn geluk.