Ain’t misbehavin’

Andy Razaf / Fats Waller and Harry Brooks

No one to talk with, all by myself
No one to walk with but I’m happy on the shelf
Ain’t misbehavin’, I’m savin’ my love for you.

I know for certain the one I love
I’m through with flirtin’, it’s just you I’m thinkin’ of
Ain’t misbehavin’, I’m savin’ my love for you,
I’m savin’ it baby!

Like Jack Horner in the corner,
Don’t go nowhere, what do I care,
Your kisses are worth waiting for, believe me,

I don’t stay out late, don’t care to go,
I’m home about eight, just me and my radio,
Ain’t misbehavin’, I’m savin’ my love for you.
Ain’t misbehavin’, I’m savin’ my love for you hoo

Like Jack Horner in the corner,
Don’t go nowhere, what do I care,
Your kisses are worth waiting for, believe me

I don’t stay out late, don’t care to go,
I’m home about eight, just me and my radio,
Ain’t misbehavin’, savin’ my love for you.

Niemand voor een praatje, ben hier beland,
Geen wandelmaatje, maar ik zit blij aan de kant
Gedraag me netjes, bewaar mijn liefde voor jou.

Ik weet heel zeker van wie ik hou,
Geen hartenbreker, denk nog alleen aan jou
Gedraag me netjes, ik bewaar mijn liefde trouw.
Dat beloof ik, liefje!

Als Jack Horner in zijn hoekje,
Ga nergens heen, niet buiten m’n boekje,
Jouw kussen zijn het wachten waard, geloof me.

Voor mij geen uitgaansnacht, dat hoeft niet zo
ik ben al thuis voor acht, alleen met mijn radio
Gedraag me netjes, bewaar mijn liefde voor jou.
Gedraag me netjes, bewaar mijn liefde voor jou wow

Als Jack Horner in zijn hoekje,
Ga nergens heen, niet buiten m’n boekje,
Jouw kussen zijn het wachten waard, geloof me.

Voor mij geen uitgaansnacht, dat hoeft niet zo,
Ik ben al thuis voor acht, alleen met mijn radio,
Gedraag me netjes, bewaar mijn liefde voor jou.

The seal lullaby

Rudyard Kipling / Eric Whitacre

The seal lullaby

Oh! Hush thee, my baby, the night is behind us
And black are the waters that sparkled so green
The moon, o’er the combers, looks downward to find us
At rest in the hollows that rustle between

Where billow meets billow, then soft be thy pillow
Oh weary wee flipperling, curl at thy ease
The storm shall not wake thee, nor shark overtake thee
Asleep in the arms of the slow swinging seas!
Asleep in the arms of the slow swinging seas!

Zeehondenslaapliedje

Ach stil maar, mijn kindje, de nacht ligt nu voor ons
En zwart is het water dat glinsterde groen
De maan is op zoek naar ons tussen de golven
In golfdalen waar we ons slaapje gaan doen

Waar golven omarmen, je kussen verwarmen
Ach klein vermoeid flipperkind, dein maar wat mee
Geen storm zal je wekken, geen haai je ontdekken
In slaap op de buik van de zwenkende zee!
In slaap op de buik van de zwenkende zee!

Hotel California

Don Henley / Glenn Frey; Don Felder / Eagles

On a dark desert highway
Cool wind in my hair
Warm smell of colitas
Rising up through the air
Up ahead in the distance
I saw a shimmering light
My head grew heavy and my sight grew dim
I had to stop for the night

There she stood in the doorway
I heard the mission bell
And I was thinkin’ to myself
“This could be Heaven or this could be Hell”
Then she lit up a candle
And she showed me the way
There were voices down the corridor
I thought I heard them say

“Welcome to the Hotel California
Such a lovely place (Such a lovely place)
Such a lovely face
Plenty of room at the Hotel California
Any time of year (Any time of year)
You can find it here”

Her mind is Tiffany-twisted
She got the Mercedes Benz, uh
She got a lot of pretty, pretty boys
That she calls friends
How they dance in the courtyard
Sweet summer sweat
Some dance to remember
Some dance to forget

So I called up the Captain
“Please bring me my wine”
He said, “We haven’t had that spirit here
Since 1969″
And still those voices are callin’
From far away
Wake you up in the middle of the night
Just to hear them say

“Welcome to the Hotel California
Such a lovely place (Such a lovely place)
Such a lovely face
They livin’ it up at the Hotel California
What a nice surprise (What a nice surprise)
Bring your alibis”

Mirrors on the ceiling
The pink champagne on ice, and she said
“We are all just prisoners here
Of our own device”
And in the master’s chambers
They gathered for the feast
They stab it with their steely knives
But they just can’t kill the beast

Last thing I remember, I was
Running for the door
I had to find the passage back
To the place I was before
“Relax,” said the night man
“We are programmed to receive
You can check out any time you like
But you can never leave”

Op een hete woestijnweg
veel wind om mijn hoofd
de geur van colitas
die van alles belooft
recht vooruit in de verte
zag ik een flakkerend licht
mijn hoofd werd zwaarder en mijn zicht werd vaag
het was genoeg voor vandaag

Ze stond klaar bij de ingang
ik hoor de missiebel
en toen dacht ik nog bij mezelf
“dit kan de hemel zijn maar ook de hel”
en toen stak ze een kaars aan
en ze leidde me rond
op de gangen klonken stemmen door
het klonk als uit één mond

“Kom bij ons in hotel California
’t is er altijd licht (’t is er altijd licht)
wat een mooi gezicht
altijd wel plek in ons hotel California
ja het hele jaar (ja het hele jaar)
alles vind je daar”

Ze denkt alleen aan juwelen
ze is bazin van de stad
er zwerven heel veel spetters om haar heen
ze noemt ze lieve schat
veel gedans op het grasveld
zoet zomerzweet
één danst om te blijven
een ander vergeet

Dus ik wenkte de barman
“Doe mij een glas wijn”
Hij zei “Waar u naar zoekt zal hier allang
niet meer te krijgen zijn”
En altijd hoor je nog echo’s
van lang gelee
en die wekken je midden in de nacht
en je doet maar mee

“Kom bij ons in hotel California
’t is er altijd licht (’t is er altijd licht)
wat een mooi gezicht
de bloemetjes buiten in hotel California
wat een goed idee (wat een goed idee)
Neem een uitvlucht mee”

Spiegels in de hoogte
een champagne-ontbijt, en zij zei
“Wij zijn enkel slachtoffers hier
van de dommigheid”
In de privé-vertrekken
daar vieren ze groot feest
ze zwaaien met een stalen mes
maar echt niemand doodt het beest

M’n laatste gedachte, ik wil
daar weg van dat feest
ik zocht wanhopig naar de weg
waar ik eerder was geweest
“Relax,” zei de nachtwacht
je hebt echt heel dikke pech
je kan wel altijd je sleutel kwijt
maar je komt nooit meer weg.” 

‘Hotel California’ is een episch lied over de reis van onschuld naar ervaring en specifiek over de fatale Californische levensstijl van overdaad en hedonisme. Dat klinkt natuurlijk allemaal mega diepzinnig en zo is het ook bedoeld.
Mirrors on the ceiling, pink champagne on ice and she said: we are all just prisoners here of our own device
De voornaamste tekstschrijver van het nummer is Don Henley en de muziek komt voor rekening van leadgitarist Don Felder, maar ook multi-instrumentalist Glenn Frey schrijft eraan mee. Het hotel uit de titel is dus niet het Beverley Hills Hotel, dat te zien is op de albumcover. Het hotel is een metafoor voor het beloofde land dat tot de ondergang gedoemd is en waaruit geen verlossing meer mogelijk is. Creepy.
There she stood in the doorway, I heard the mission bell and I was thinking to myself: this could be heaven or this could be hell
In de tussenliggende tekst worden de verleidingen en verlokkingen van het leven in het hotel uiteengezet, in steeds surrealistischere vorm:
In the master’s chambers they gathered for the feast, they stab it with their steely knives but they just can’t kill the beast
Geen wonder dat een tekst die zo rijk aan beeldspraak is aanleiding geeft tot talloze andere interpretaties. Een van de populairste verklaringen is dat het nummer over drugs zou gaan, waarbij Hotel California staat voor gevangenis of afkickcentrum en waarbij met ’the warm smell of colitas’ de geur van marihuana wordt bedoeld.
On a dark desert highway, cool wind in my hair, warm smell of colitas rising up through the air
Anderen zien in de songtekst bijbelse connotaties, satanistische theorieën, associaties met alles van kannibalen tot Charles Manson, of zien er metaforen in voor de platenindustrie, dan wel een vastgelopen liefdesrelatie. De lijst is eindeloos. Uiteindelijk doet het er ook niet zoveel toe waar de tekst echt over gaat. De kracht van een goed nummer is immers dat iedereen er zijn eigen uitleg aan kan geven. Zoals een goed hotel voor iedereen andere charmes heeft.
You can check out any time you like, but you can never leave

Bron: https://www.nporadio2.nl/nieuws/npo-radio-2/58e31810-7ad0-4a4c-a518-263513413bc0/de-betekenis-van-hotel-california

Across the bridge of hope

Shaun McLaughlin / Jan Sandström

Orange and green, it does not matter,
orange and green, united now,
don’t shatter our dream,
scatter the seeds of peace over our land,
so we can travel, hand in hand,
across the bridge of hope.

Oranje en groen, het maakt niet uit,
oranje en groen, verenigd nu,
verbrijzelen onze droom niet,
verspreiden de zaden van vrede over ons land,
zodat we hand in hand kunnen reizen
over de brug van hoop.

At the round earth’s imagined corners

John Donne / Hubert Parry

At the round earth’s imagin’d corners

At the round earth’s imagin’d corners, blow
Your trumpets, angels, and arise, arise
From death, you numberless infinities
Of souls, and to your scatter’d bodies go;

All whom the flood did, and fire shall o’erthrow,
All whom war, dearth, age, agues, tyrannies,
Despair, law, chance hath slain, and you whose eyes
Shall behold God and never taste death’s woe.

But let them sleep, Lord, and me mourn a space,
For if above all these my sins abound,
‘Tis late to ask abundance of thy grace
When we are there; here on this lowly ground

Teach me how to repent; for that’s as good
As if thou’hadst seal’d my pardon with thy blood.

Blaast de bazuinen

Blaast de bazuinen op de vier verbeelde hoeken
van de ronde aarde, engelen, sta op uit de dood,
gij onmetelijke zielenrij, om in uw nood
uw verstrooide lichamen terug te zoeken;

Allen die verdronken, die door oorlog, ouderdom, gebreken,
tyrannie, armoede, wanhoop, rechtspraak of pech verstreken,
allen die de poel des vuurs zal raken,
en gij die God zullen zien zonder ooit  de doodssmart te smaken.

Laat hen nog slapen Heer, en laat mij nog rouwen,
want als ik een grotere zondaar ben met al mijn gebreken,
ben ik te laat om uw overvloedige genade af te smeken
op de laatste dag. Leer me hier op aarde te berouwen,

want dat is net zo goed
als had gij mij vergeven met uw bloed.

I know my soul hath power

John Davies / Hubert Parry

I know my soul hath power

I know my soul hath power to know all things,
Yet she is blind and ignorant in all:
I know I’m one of Nature’s little kings,
Yet to the least and vilest things am thrall.

I know my life’s a pain and but a span;
I know my sense is mock’d in ev’rything;
And, to conclude, I know myself a Man,
Which is a proud and yet a wretched thing.

Ik weet mijn geest weet alles

Ik weet mijn geest weet alles op den duur,
toch is ze blind en in alles onwetend:
Ik weet mezelf een kleine koning van de natuur,
toch ben ik aan het minste en ellendigste geketend.

Ik weet mijn leven doet pijn en heeft een grens;
en mijn gevoel bedriegt me met het aardse slijk;
Om kort te gaan, ik weet ik ben een mens,
trots en beklagenswaardig tegelijk. 

Lord let me know mine end

Psalm 39 / Hubert Parry

Lord, let me know mine end

Lord, let me know mine end and the number of my days
That I may be certified how long I have to live.
Thou hast made my days as it were a span long;
And mine age is as nothing in respect of Thee,
And verily, ev’ry man living is altogether vanity,
For man walketh in a vain shadow
And disquieteth himself in vain,
He heapeth up riches and cannot tell who shall gather them.
And now, Lord, what is my hope?
Truly my hope is even in Thee.
Deliver me from all mine offencеs
And make me not a rebukе to the foolish.
I became dumb and opened not my mouth
For it was Thy doing.
Take Thy plague away from me,
I am even consumed by means of Thy heavy hand.
When Thou with rebukes does chasten man for sin
Thou makest his beauty to consume away
Like as it were a moth fretting a garment;
Ev’ry man therefore is but vanity.
Hear my pray’r, O Lord
And with Thy ears consider my calling,
Hold not Thy peace at my tears!
For I am a stranger with Thee and a sojourner
As all my fathers were.
O spare me a little, that I may recover my strength before I go hence
And be no more seen.

Heer, laat mij mijn einde kennen

Heer, laat mij mijn einde kennen en het aantal van mijn dagen
opdat ik zeker weet hoe lang ik nog zal leven.
U bepaalt mijn dagen tot een tijdspanne;
wat U betreft is mijn levensduur niets,
en waarlijk, iedere levende mens is volkomen ijdel,
want de mens wandelt in een valse schaduw
en verontrust zichzelf tevergeefs,
hij stapelt rijkdommen op en weet niet wie er mee heen gaat.
En nu, Heer, wat mag ik nog hopen?
Waarlijk mijn hoop is slechts op U.
Bevrijd mij van al mijn zonden
en maak mij niet tot spot van de dwazen.
Ik zweeg en opende mijn mond niet meer
want het was Uw werk.
Neem Uw plaag van mij weg,
want ik word verteerd door Uw zware hand.
Als u de mens kastijdt en straft voor zijn zonden
Laat u zijn pracht wegvreten
zoals een mot een kledingstuk invreet;
ieder mens is daarom slechts ijdelheid.
Hoor mijn gebed, O Heer
en versta met Uw oren mijn roepen,
blijf niet onbewogen bij mijn tranen!
Want ik ben een vreemdeling bij U en een voorbijganger
zoals al mijn voorvaderen.
O ontzie mij enigszins, dat ik mijn kracht hervind eer ik heenga
en niet meer gezien zal worden.

There is an old belief

John Gibson Lockhart / Hubert Parry

There is an old belief

There is an old belief,
That on some solemn shore,
Beyond the sphere of grief
Dear friends shall meet once more.
Beyond the sphere of Time and Sin
And Fate’s control,
Serene in changeless prime
Of body and of soul.
That creed I fain would keep
That hope I’ll ne’er forgo,
Eternal be the sleep,
If not to waken so.

Er bestaat een oud vertrouwen

Er bestaat een oud vertrouwen
dat goede vrinden,
ver voorbij het gebied van rouwen
elkaar opnieuw terug zullen vinden.
Voorbij de sfeer van Zonde en Tijd
waar het Noodlot wordt gevreesd,
sereen in onveranderlijke volmaaktheid
van het lichaam en van de geest.
Dat credo wil ik graag bewaren,
die hoop zal ik nooit laten varen,
moge ik eeuwig in slaap geraken,
als ik daar niet kan ontwaken.

Lay a garland

Beaumont / Fletcher (Pearsall)

Lay a garland” is een populair Engels gedicht uit het toneelstuk The Maid’s Tragedy (Acte II, scene I), geschreven door Francis Beaumont en John Fletcher in 1608-1611. Het lied wordt gezongen door Aspasia als haar verloofde door de koning gedwongen wordt in een verstandshuwelijk. Zij pleegt zelfmoord. De originele tekst is aldus:

Lay a garland

Lay a garland on my hearse
of the dismal yew.
Maidens, willow branches wear,
say I died true.
My love was false, but I was firm
from my hour of birth.
Upon my buried body lie
lightly, gentle earth.

Leg een krans

Leg een krans van de armzalige taxus
op mijn lijkkoets.
Meisjes, draag wilgentakken,
zeg dat ik trouw gestorven ben.
Mijn lief was ontrouw, maar ik hield stand
vanaf het uur van mijn geboorte.
Lig zacht op mijn begraven lichaam,
milde aarde!

Het lied is als madrigaal beroemd geworden door de achtstemmige setting van Robert Lucas Pearsall op 4 juni 1840. Alleen heeft Pearsall de tekst aangepast, hij heeft onder andere de eerste persoon in de derde persoon veranderd.

Lay a garland on her hearse
of dismal yew.
Maidens, willow branches wear,
say she died true.
Her love was false, but she was firm.
Upon her buried body lie
lightly, thou gentle earth.

Leg een krans van armzalige taxus
op haar lijkkoets.
Meisjes, draag wilgentakken,
zeg dat ze trouw gestorven is.
Haar lief was ontrouw, maar zij hield stand.
Lig zacht op haar begraven lichaam,
milde aarde!

Rejoice in the Lamb

Christopher Smart / Benjamin Britten

Geschiedenis

Britten componeerde het werk op verzoek van predikant Walter Hussey van St Matthews Church in Northampton naar een tekst van de dichter Christopher Smart. Christopher Smart had volgens zijn schoonvader een geloofsmanie en die liet hem opsluiten in een psychiatrisch ziekenhuis. Aldaar schreef Smart zijn Jubilate Agno midden 18e eeuw. Gezien het thema werd het boek pas in 1939 gepubliceerd. W.H. Auden, toen nog vriend van Britten en ex-studiegenoot, maakte Britten op dat boek attent. Britten maakte feitelijk een uittreksel uit de tekst van Jubilate Agno en werkte aan zijn Cantate in mei, juni en juli 1943 om het op 17 juli 1943 te voltooien. De festiviteiten vonden plaats op 21 september 1943, Britten dirigeerde zelf het plaatselijke koor.
Het Jubilate Agno van Smart bestaat uit vier delen, A, B, C en D, en omvat meer dan 1200 regels. Alle regels in bepaalde gedeelten beginnen met het woord ‘Let’, alle regels in andere gedeelten beginnen met het woord ‘For’. Het plan van Smart was om de Let- en For-passages als beurtzang te gebruiken, naar een uitvoeringspraktijk van bijbelse Hebreeuwse poëzie*.

Dit idee wordt door Britten niet gehandhaafd. Hij selecteert uit de volledige tekst 48 regels, onderverdeeld in vijf secties en negen verzen . In onze weergave van tekst en vertaling volgen we de indeling van Britten.

*bron: wikipedia

I Opening hymn

Rejoice in God, O ye Tongues;
Give the glory to the Lord,
And the Lamb.
Nations, and languages,
And every Creature
In which is the breath of Life.
Let man and beast appear before him,
And magnify his name together.

Let Nimrod, the mighty hunter,
Bind a leopard to the altar
And consecrate his spear to the Lord.

Let Ishmail dedicate a tyger,
And give praise for the liberty
In which the Lord has let him at large.

Let Balaam appear with an ass,
And bless the Lord his people
And his creatures for a reward eternal.

Let Daniel come forth with a lion,
And praise God with all his might
Through faith in Christ Jesus.

Let Ithamar minister with a chamois,
And bless the name of Him
That cloatheth the naked.

Let Jakim with the satyr
Bless God in the dance,
Dance, dance, dance.

Let David bless with the bear
The beginning of victory to the Lord,
To the Lord the perfection of excellence.

Hallelujah, hallelujah,
Hallelujah from the heart of God,
And from the hand of the artist inimitable,
And from the echo of the heavenly harp
In sweetness magnifical and mighty.
Hallelujah, hallelujah, hallelujah.

I Opening hymne

Verheugt u in God, al wat spreken kan;
betoon de eerbewijzen aan de Heer
en aan het Lam.
Volkeren en talen,
en ieder schepsel
waarin de levensadem is.
Laat mens en beest voor hem verschijnen,
en gezamenlijk zijn naam verheerlijken.

Laat Nimrod, de machtige jager,
een luipaard op het altaar vastbinden
en zijn speer wijden aan de Heer.

Laat Ismaël een tijger opdragen,
en de vrijheid prijzen
die de Heer hem ruimschoots heeft toegestaan.

Laat Bileam verschijnen met een ezel,
en moge de Heer zijn volk zegenen,
en zijn schepselen als een altijddurende beloning.

Laat Daniël naar voren komen met een leeuw,
en laat hem God prijzen met al zijn macht
door geloof in Jezus Christus.

Laat Ithamar dienen met een berggeit,
en de naam prijzen van Hem
die de naakten kleedde.

Laat Jakim met de sater
God zegenen met een dans,
dans, dans, dans.

Laat David met de beer zegenen
het begin van de overwinning voor de Heer,
voor de Heer de volstrekte majesteit.

Halleluja, halleluja,
halleluja van het hart van God,
en van de hand van de onnavolgbare kunstenaar,
en van de echo van de hemelse harp,
in heerlijkheid magnifiek en machtig.
Halleluja, halleluja, halleluja.

II Animistic praise

For I will consider my cat Jeoffry.
For he is the servant of the living God.
Duly and daily serving him.

For at the first glance
Of the glory of God in the East
He worships in his way.
For this is done by wreathing his body
Seven times round with elegant quickness.
For he knows that God is his saviour.
For God has bless’d him
In the variety of his movements.
For there is nothing sweeter
Than his peace when at rest.

For I am possessed of a cat,
Surpassing in beauty,
From whom I take occasion
To bless Almighty God.

For the Mouse is a creature
Of great personal valour.
For this is a true case–
Cat takes female mouse,
Male mouse will not depart,
but stands threat’ning and daring.
If you will let her go,
I will engage you,
As prodigious a creature as you are.

For the Mouse is a creature
Of great personal valour.
For the Mouse is of
An hospitable disposition.

For the flowers are great blessings.
For the flowers are great blessings.
For the flowers have their angels,
Even the words of God’s creation.
For the flower glorifies God
And the root parries the adversary.
For there is a language of flowers.
For the flowers are peculiarly
The poetry of Christ.

II Animistische lofprijzing

Want neem nou mijn kat Jeoffry.
Want hij is de dienaar van de levende God,
die hij naar behoren elke dag dient.

Want bij het eerste licht
van God’s glorie in het oosten
is hij op zijn eigen manier met eerbied vervuld.
Want dat doet hij door met zijn lichaam zeven 
rondjes te draaien, snel en elegant.
Want hij weet dat God zijn redder is.
Want God heeft hem gezegend
in de variatie van zijn bewegingen.
Want niets is liever
dan zijn vredigheid als hij slaapt.

Want ik ben bezeten van een kat,
van een ongeëvenaarde schoonheid,
die mij ertoe aanzet
om de almachtige God te loven.

Want de muis is een wezen
met enorme persoonlijke dapperheid.
Want dit is waargebeurd:
kat vangt vrouwtjesmuis,
mannetjesmuis loopt niet weg,
maar blijft staan dreigen en uitdagen:
“als je haar laat gaan,
zal ik de strijd met je aanbinden,
wat een wonderbaarlijk schepsel je ook bent.”

Want de muis is een wezen
met enorme persoonlijke dapperheid.
Want de muis heeft
een hartelijk karakter.

Want de bloemen zijn een geweldige zegen.
Want de bloemen zijn een geweldige zegen.
Want de bloemen hebben hun engelen,
zelfs de woorden van God’s schepping.
Want de bloem eert God
en de wortel ontwijkt de vijand.
Want er is een taal van bloemen.
Want de bloemen zijn op eigenaardige wijze
de poëzie van Christus.

III Lament

For I am under the same accusation
With my Savior,
For they said,
He is besides himself.
For the officers of the peace
Are at variance with me,
And the watchman smites me
With his staff.
For the silly fellow, silly fellow,
Is against me,
And belongeth neither to me
Nor to my family.
For I am in twelve hardships,
But he that was born of a virgin
Shall deliver me out of all,
Shall deliver me out of all.

III Klaagzang

Want ik lig onder dezelfde aanklacht
als mijn Redder,
want ze zeiden:
“hij is buiten zichzelf.”
Want de ambtenaren van de vrede
zijn gebrouilleerd met mij,
en de bewaker slaat mij
met zijn staf.
Want de dwaze kerel, dwaze kerel,
is tegen mij,
en hoort niet bij mij
en ook niet bij mijn familie.
Want ik lijd twaalf ontberingen,
maar hij die geboren werd uit een maagd
zal me uit alle twaalf verlossen,
zal me uit alle twaalf verlossen.

IV Mystic praise

For H is a spirit and therefore he is God.
For K is king and therefore he is God.
For L is love and therefore he is God.
For M is musick and therefore he is God.
And therefore he is God.

For the instruments are by their rhimes,
For the shawm rhimes are lawn fawn and the like.
For the shawm rhimes are moon boon and the like.
For the harp rhimes are sing ring and the like.
For the harp rhimes are ring string and the like.
For the cymbal rhimes are bell well and the like.
For the cymbal rhimes are toll soul and the like.
For the flute rhimes are tooth youth and the like.
For the flute rhimes are suit mute and the like.
For the bassoon rhimes are pass class and the like.
For the dulcimer rhimes are grace place and the like.
For the clarinet rhimes are clean seen and the like.
For the trumpet rhimes are sound bound and the like.

For the trumpet of God is a blessed intelligence
And so are all the instruments in Heav’n.
For God the Father Almighty plays upon the harp
Of stupendous magnitude and melody.

IV Mystieke lofprijzing

Want H is geest en daarom is hij God.
Want K is koning en daarom is hij God.
Want L is liefde en daarom is hij God.
Want M is muziek en daarom is hij God.
En daarom is hij God.

Want de instrumenten staan bij hun rijmwoorden.
Want op schalmei rijmt gerei en abdij en dergelijke.
Want op schalmei rijmt maan zwaan en dergelijke.
Want op harp rijmt zing ring en dergelijke.
Want op harp rijmt ring string en dergelijke.
Want op cymbaal rijmt bal wal en dergelijke.
Want op cymbaal rijmt wiel ziel en dergelijke.
Want op fluit rijmt kruid snuit en dergelijke.
Want op fluit rijmt bruid huid en dergelijke.
Want op fagot rijmt pas klas en dergelijke.
Want op cimbalom rijmt vlees prees en dergelijke.
Want op klarinet rijmt tien zien en dergelijke.
Want op trompet rijmt vrouw mouw en dergelijke.

Want de trompet van God is een gezegende intelligentie
net zo als alle instrumenten in de Hemel.
Want de Almachtige God de Vader speelt op een harp
van een ongelofelijke omvang en melodie.

V Closing hymn

For at that time malignity ceases
And the devils themselves are at peace.
For this time is perceptible to man
By a remarkable stillness and serenity of soul.

Hallelujah, hallelujah,
Hallelujah from the heart of God,
And from the hand of the artist inimitable,
And from the echo of the heavenly harp
In sweetness magnifical and mighty.
Hallelujah, hallelujah, hallelujah.

V Afsluitende hymne

Want op dat moment stopt kwaadaardigheid
en komen de duivels zelf tot rust.
Want deze tijd is waarneembaar voor de mensheid
door een opmerkelijke rust en helderheid van de ziel.

Halleluja, halleluja,
halleluja van het hart van God,
en van de hand van de onnavolgbare kunstenaar,
en van de echo van de hemelse harp,
in heerlijkheid magnifiek en machtig.
Halleluja, halleluja, halleluja.