Brexit Quotes

Reitze Smits

First Chant

The country has just taken part in a giant democratic exercise, perhaps the biggest in our history. Over thirty three million people, from England, Scotland, Wales, Northern Ireland and Gibraltar, have all had their say. We not only have a parliamentary democracy, but on questions about arrangements for how we are governed, there are times when it is right to ask the people themselves, and that is what we have done. The British people have voted to leave the European Union, and their will must be respected, their will be respected.

First Counterpoint

The strange thing about the EU referendum, which has engendered such heartache, and was supposed to be so definitive, is that it hasn’t settled anything. Will Britain continue to have high levels of immigration or not? We don’t know. Will houseprices fall, rise or stay the same? Don’t know. Will Britain continue to be part of the European free trade zone? No idea. Will there be a bonfire of EU environmental regulations? Might be. Might not. Find out some day. Will Scotland stay in the UK? Will Ulster? Will the British fishing fleet grow or shrink, will foreign investment in Britain collapse or boom, will the city dwindle or thrive, will we ever actually even leave the EU?
We don’t know.


Second Chant

We are now approaching a crucial moment. There is no escaping the complexity of the task ahead us. We must not only negotiate our exit from an organisation that touches so many important parts of our national life. We must also build a new and lasting relationship while, given the uncertainty inherent in this negotiation, preparing for ev’ry scenario.


Second Counterpoint

A referendum magnifies the worst aspects of an already imperfect system, democracy, channelling a dazzlingly wide variety of issues through a very narrow gate. It has the appearance of intensification, ultimate democracy! Thumbs up or down!, but in practice delivers a dangerously misleading reduction. Even many who voted Leave ended up feeling that their vote did not accurately express their feelings.

Third Chant and Counterpoint, a Quodlibet.

We are clear that as we leave the EU, free movement of people will come to an end, and we will control the number of people who come to live in our country.

A colleague of mine served in the RAF, married an Italian lady and moved on to the West Midlands with his wife. They had three children and she was one of the first people to receive a letter from the Home Office telling her to prepare to leave.

Yes there will be ups and downs in the months ahead. As in any negotiation, no-one will get everything they want. I want to be able to work in Europe freely. No-one will get everything they want.

I want European people to have the freedom to work here.

We will not be buffeted by the demands to talk tough or threaten a walk out. Just as we will not accept the councels of despair that this simply cannot be done.

I feel that young people’s future has been ripped away from them, and I didn’t even have the chance to vote for that.

We know what we want.

I want to be able to work in Europe freely. I want European people to have the freedom to work here.

 We understand your principles, we’ve a shared interest getting this right. Let’s go on with it.

 I feel that young people’s future has been ripped away from them, and I didn’t even have the chance to vote for that.

Let’s go on with it.

Final Counterpoint

A prophecy: Britain will spend 3 years trying to get out, and the next 3 years trying to get back in. A nightmare: to be locked in a dark, stuffy nursery cupboard with Boris, Michael, Nigel and their palls. England will become a place the young want to get out of, in search of fresh air and light. A nightmare.    

Eerste Gezang

Het land staat voor een reusachtige democratische opgave, misschien wel de grootste in onze geschiedenis. Meer dan 33 miljoen mensen in Engeland, Schotland, Wales, Noord-Ierland en Gibraltar hebben hun stem uitgebracht. We hebben wel een parlementaire democratie, maar bij vragen over hoe we geregeerd worden, moet je soms de mensen rechtstreeks vragen, en dat hebben we gedaan. De Britten hebben zich uitgesproken voor het verlaten van de Europese Unie, en hun wil moet gerespecteerd worden, laten we hun wil respecteren.

 Eerste Contrapunt

Het vreemde aan het EU referendum, dat zoveel hartzeer heeft veroorzaakt, en zo ondubbelzinnig had moeten zijn, is dat er niets geregeld is. Gaat Brittannië net zoveel immigratie houden of niet? We weten het niet. Gaan de huizenprijzen dalen, stijgen of stabiliseren? Weet niet. Gaat Brittannië deel uitmaken van de Europese vrijhandelszone? Geen idee. Gaat er een spervuur komen van milieuregels van de EU? Misschien wel, misschien niet. Komen we ooit wel achter. Blijft Schotland in de United Kingdom? En Ulster? Gaat de Britse vissersvloot groeien of krimpen, gaan de buitenlandse investeringen opdrogen of juist een hoge vlucht nemen, gaat het zakenleven instorten of bloeit het op, gaan we eigenlijk ooit echt de EU verlaten?
We weten het niet.

 Tweede Gezang

We komen nu in een cruciale fase. Er is geen ontsnappen mogelijk aan de complexiteit van de taak die voor ons ligt. We moeten niet alleen ons vertrek, dat zo veel belangrijke delen van ons leven als natie raakt, uitonderhandelen. We moeten ook aan een nieuwe en duurzame relatie bouwen terwijl we ons, gegeven de onzekerheden in deze onderhandeling, voorbereiden op ieder scenario.

Tweede Contrapunt

Een referendum verhevigt de slechtste kanten van een reeds gebrekkig systeem, democratie, door een duizelingwekkend gevarieerd aantal onderwerpen door een zeer kleine doorgang te persen. Het heeft de schijn van intensivering, de ultieme democratie! Goedkeuren of afkeuren!, maar in de praktijk levert het een gevaarlijk misleidende reductie op. Zelfs veel mensen die ‘Leave’ gestemd hebben vonden uiteindelijk dat hun stem geen recht deed aan hun gevoelens

Derde Gezang en Contrapunt, een Quodlibet.

We weten zeker dat, als we de EU verlaten, vrij verkeer van mensen ophoudt, en dat we controle hebben over het aantal mensen dat in ons land komt wonen.

Een collega van mij diende bij de RAF, trouwde met een Italiaanse en verhuisde met zijn vrouw naar West Midden-Engeland. Ze kregen drie kinderen en zij was een van de eersten die een brief kregen van Binnenlandse Zaken die zei dat ze zich op vertrek moest voorbereiden.

Ja, er zullen meevallers en tegenvallers zijn in de komende maanden. Zoals in elke onderhandeling zal niemand alles krijgen wat hij wil. Ik wil vrijelijk in Europa kunnen werken. Niemand krijgt alles wat hij wil.

 Ik wil dat Europeanen de vrijheid hebben om hier te werken.

 De eisen om ons keihard op te stellen of te dreigen met opstappen raken ons niet. Net zo min accepteren we het wanhoopsadvies dat dit eenvoudigweg onmogelijk is.

Ik vind dat jonge mensen hun toekomst wordt ontnomen, en ik kon daar niet eens over stemmen.

We weten wat we willen.

Ik wil vrijelijk in Europa kunnen werken. Ik wil dat Europeanen de vrijheid hebben om hier te werken.

We begrijpen uw principes, we hebben een gedeeld belang om dit op te lossen. Laten we verder gaan.

Ik vind dat jonge mensen hun toekomst wordt ontnomen, en ik kon daar niet eens over stemmen.

 Laten we verder gaan.

Laatste Contrapunt  

Een voorspelling: Brittannië zal drie jaar lang proberen uit te stappen, en de volgende drie jaar om weer terug te komen. Een nachtmerrie: opgesloten worden in een donkere, bedompte kleine kast met Boris, Michael, Nigel en hun vrienden. Engeland wordt een land waar jongeren weg willen, op zoek naar licht en lucht. Een nachtmerrie.    

Como la cigarra

Maria Elena Walsh

Como la cigarra

Tantas veces me mataron
tantas veces me morí
sin embargo estoy aquí
resucitando.
Gracias doy a la desgracia
y a la mano con puñal
porque me mató tan mal
y seguí cantando.

Cantando al sol como la cigarra
después de un año bajo la tierra
igual que sobreviente
que vuelve de la guerra.

Tantas veces me borraron
tantas desaparecí
a mi propio entierro fui
sola y llorando.
Hice un nudo en el pañuelo
pero me olvidé después
que no era la última vez
y volví cantando.

Tantas veces te mataron
tantas resucitarás
tantas noches pasarás
desesperando.
A la hora del naufragio
y la de la oscuridad
alguien te rescatará
para ir cantando.

Als de cicade

Zo vaak hebben ze me vermoord
zo vaak stierf ik
en toch sta ik hier 
weer op.
Met dank aan het onheil
en aan de hand met de dolk
hij heeft me zo slecht gedood
dat ik bleef zingen.

Zingen in de zon als de cicade
na een jaar onder de grond
als een overlevende
die terugkeert uit de oorlog.

Zoveel keren hebben ze me afgevoerd
zo vaak ben ik verdwenen
ik ging naar mijn eigen begrafenis
eenzaam en huilend.
Ik legde een knoop in mijn zakdoek
maar ik vergat daarna
dat het niet de laatste keer was
en kwam zingend terug.

Zo vaak ze jou hebben vermoord
zo vaak zul je weer opstaan
zoveel nachten zul je doorbrengen
in wanhoop.
Op het moment van de schipbreuk
en het moment van de duisternis
zal iemand je bevrijden
om te gaan zingen.

Preludio

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Preludio

Las alamedas se van,
pero dejan su reflejo.

Las alamedas se van,
pero nos dejan el viento.

El viento está amortajado
a lo largo bajo el cielo.

Pero ha dejado flotando
sobre los ríos sus ecos.

El mundo de las luciérnagas
ha invadido mis recuerdos.

Y un corazón diminuto
me va brotando en los dedos.

Voorspel

De populierenlaan verdwijnt,
maar laat zijn spiegelbeeld achter.

De populierenlaan verdwijnt,
maar laat ons de wind.

De wind ligt opgebaard
allerwegen onder de hemel.

Maar hij heeft zijn echo’s
op de rivieren laten drijven.

De wereld van de vuurvliegjes
is mijn herinneringen binnengedrongen.

En een heel klein hartje
ontkiemt uit mijn vingers.

Eco

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Eco

Ya se ha abierto
la flor de la aurora.

(¿Recuerdas
el fondo de la tarde?)

El nardo de la luna
derrama su olor frío.

(¿Recuerdas
la mirada de agosto?)

Echo

De bloem van de dageraad
heeft zich al geopend.

(Herinner je je
het einde van de namiddag?)

De nardus verspreidt
zijn koude geur onder het maanlicht.

(Herinner je je
het gezicht van augustus?)

Madrigalillo

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Madrigalillo

Cuatro granados
tiene tu huerto.

(Toma mi corazón
nuevo.)

Cuatro cipreses
tendrá tu huerto.

(Toma mi corazón
viejo.)

Sol y luna.
Luego…
¡ni corazón
ni huerto!

Klein Madrigaal

Vier granaatappels
heeft je moestuin.

(Aanvaard
mijn nieuwe hart.)

Vier cipressen
zal je moestuin hebben.

(Aanvaard
mijn oude hart.)

Zon en maan.
Straks…
geen hart
en ook geen moestuin!

Is my team ploughing?

Alfred Edward Housman / George Butterworth

“Is my team ploughing
That I was used to drive
And hear the harness jingle
When I was man alive?”

Ay, the horses trample
The harness jingles now;
No change though you lie under
The land you used to plough

“Is football playing
Along the river-shore
With lads to chase the leather
Now I stand up no more?”

Ay, the ball is flying
The lads play heart and soul;
The goal stands up, the keeper
Stands up to keep the goal

“Is my girl happy
That I thought hard to leave
And has she tired of weeping
As she lies down at eve?”

Ay, she lies down lightly
She lies not down to weep:
Your girl is well contented
Be still, my lad, and sleep

“Is my friend hearty,
Now I am thin and pine,
And has he found to sleep in
A better bed than mine?”

Yes, lad, I lie easy,
I lie as lads would choose;
I cheer a dead man’s sweetheart,
Never ask me whose.

“Is mijn span aan het ploegen,
zoals ik dat ooit deed
en hoor je het gareel klingelen
gelijk vóór ik overleed?”

Ja, de paarden stampen fier
het gareel klinkt naar hun zwoegen
geen verandering, al lig jij nu onder
het land dat je nooit meer zult ploegen

“En wordt er nog gevoetbald
in het veldje langs de sloot
gaan de jongens nog spelen
ook al ben ik nu dood”

Ja, de bal vliegt nog rond,
de jongens spelen met gevoel
Het doel staat nog fier overeind,
de keeper staat op doel

“Is mijn meisje gelukkig
dat ik moest achterlaten
En is ze ’s avonds uitgehuild
kan ze alles wel loslaten?”

Ja, ze ligt heel rustig,
ze huilt niet maar ze lacht:
ze is best heel tevreden
wees maar stil jongen, rust zacht.

“Is mijn vriend gezond
nu ik ben weggekwijnd
En heeft –ie om te slapen
een beter bed dan ik op het eind?”

Ja, vriend, ik lig heel lekker,
perfecte harmonie;
Ik troost het liefje van een dode,
maar vraag me nooit van wie.

The lads in their hundreds

Alfred Edward Housman / George Butterworth

The lads in their hundreds to Ludlow come in for the fair
There’s men from the barn and the forge and the mill and the fold
The lads for the girls and the lads for the liquor are there
And there with the rest are the lads that will never be old

There’s chaps from the town and the field and the till and the cart
And many to count are the stalwart, and many the brave
And many the handsome of face and the handsome of heart
And few that will carry their looks or their truth to the grave

I wish one could know them, I wish there were tokens to tell
The fortunate fellows that now you can never discern;
And then one could talk with them friendly and wish them farewell
And watch them depart on the way that they will not return

But now you may stare as you like and there’s nothing to scan;
And brushing your elbow unguessed-at and not to be told
They carry back bright to the coiner the mintage of man
The lads that will die in their glory and never be old

Met honderden komen de jongelui naar de kermis in Ludlow
Jonge mannen van de stal, de smederij, de molen en de kudde
De jongens komen voor de meiden en de drank
Daar zijn jongens bij die nooit oud zullen worden

Er zijn lui van stad en land, van de kassa en van de kar
en talrijk zijn de stoere jongens, en de dapperen
veel knappe gezichten en veel goeie jongens
en een paar die hun uiterlijk of hun gelijk ten grave zullen dragen

Ik wou dat je het kon zien, dat er een manier was
om ze te onderscheiden van de gelukkigen;
dan zou je aardig met ze kunnen praten en afscheid nemen,
en hen zien vertrekken naar waarvan ze niet terug zullen keren

Maar nu kun je kijken wat je wilt en er is niets te zien;
de gedachte ongewis afschudden en er niets over horen
Ze brengen opgewekt hun munten terug naar de bank
jongens die trots en eervol sneuvelen en nooit oud zullen worden

Think no more, lad

Alfred Edward Housman / George Butterworth

Think no more, lad; laugh, be jolly;
Why should men make haste to die?
Empty heads and tongues a-talking
Make the rough road easy walking
And the feather pate of folly
Bears the falling sky

Oh, ’tis jesting, dancing, drinking
Spins the heavy world around
If young hearts were not so clever
Oh, they would be young for ever;
Think no more; ’tis only thinking
Lays lads underground

Denk niet na, jong, lach, wees vrolijk;
Waarom snel op het einde aan?
Een leeg hoofd en niet te moeilijk
maken de zware weg licht te begaan
En als je in milde dwaasheid gelooft
valt de hemel niet op je hoofd

Ja, slechts grappen, dansen en drinken, vriend
laten de wereld zijn rondjes draaien
Was de jeugd maar niet zo uitgekiend
dan hadden ze de eeuwige jeugd verdiend;
Denk niet langer na, laat je niet opnaaien
anders ga je naar de haaien

Look not in my eyes

Alfred Edward Housman / George Butterworth

Look not in my eyes, for fear
They mirror true the sight I see
And there you find your face too clear
And love it and be lost like me
One the long nights through must lie
Spent in star-defeated sighs
But why should you as well as I
Perish? Gaze not in my eyes

A Grecian lad, as I hear tell
One that many loved in vain
Looked into a forest well
And never looked away again
There, when the turf in springtime flowers
With downward eye and gazes sad
Stands amid the glancing showers
A jonquil, not a Grecian lad

Kijk niet in mijn ogen, ik vrees dat ze misschien
alles weerspiegelen wat verschijnt in mijn blik
Dan zul je jouw gezicht te helder zien,
verliefd worden en verloren zijn, net als ik
Lange nachten breng ik zuchtend door   
onder de sterrenhemel als een lichtend spoor
Maar waarom zou het jou zo moeten vergaan?
Kijk me niet aan!

Een griekse knaap, naar ik vernam,
was voor velen een onbereikbare vlam
maar hij wierp een blik in de vijver in het bos
en kwam van zijn evenbeeld nooit meer los
Daar, waar het gras in het voorjaar bloeit
staat met gebogen hoofd, tollend van slaap
tussen schitterende kleuren ongemoeid
een narcis, niet een griekse knaap

When I was one-and-twenty

Alfred Edward Housman / George Butterworth

When I was one-and-twenty
I heard a wise man say
“Give crowns and pounds and guineas
But not your heart away;
Give pearls away and rubies
But keep your fancy free.”
But I was one-and-twenty
No use to talk to me

When I was one-and-twenty
I heard him say again
“The heart out of the bosom
Was never given in vain;
‘Tis paid with sighs a plenty
And sold for endless rue.”
And I am two-and-twenty
And oh, ’tis true, ’tis true

Toen ik nog eenentwintig was
sprak een wijs man tot mij:
“Geef kronen, ponden, shillingen
maar houd je hart er bij;
Geef parels en juwelen
maar blijf wel eigen baas.”
Maar ik was eenentwintig jaar
ik was nog doof en dwaas

Toen ik nog eenentwintig was
zei hij het nog een keer:
“Als je je hart geeft aan een meid
is er geen terugweg meer;
dat wordt betaald met zuchten
verkocht met eeuwige spijt.”
Nu ben ik tweeëntwintig jaar
en oh, ’t is waar, ’t is waar