Fear no more the heat o’ the sun;
Nor the furious winter’s rages,
Thou thy worldly task hast done,
Home art gone, and ta’en thy wages:
Golden lads and girls all must,
As chimney sweepers come to dust.
Fear no more the frown of the great,
Thou art past the tyrant’s stroke:
Care no more to clothe and eat;
To thee the reed is as the oak:
The sceptre, learning, physic, must
All follow this, and come to dust.
Fear no more the lightning-flash,
Nor the all-dreaded thunder-stone;
Fear not slander, censure rash;
Thou hast finished joy and moan:
All lovers young, all lovers must
Consign to thee, and come to dust.
No exorciser harm thee!
Nor no witchcraft charm thee!
Ghost unlaid forbear thee!
Nothing ill come near thee!
Quiet consummation have;
And renowned be thy grave!
Wees niet bang meer voor de zon,
Noch voor woeste wintervlagen,
U deed uw taken zoals u kon,
U bent nu thuis, heeft uw lot gedragen:
Ook jongens en meisjes in mooie kleren
Moeten net als schoorsteenvegers tot stof wederkeren.
Wees niet bang, ook niet voor macht,
U geeft de tyrannen het nakijken:
Bekommer u niet meer om voedsel of dracht;
Voor u is het riet gelijk aan de eiken:
Ook koningen, studenten, dokters capituleren
En moeten tot stof wederkeren.
Wees niet bang voor blikseminslag,
Noch voor de doodenge donderslagen;
Vrees geen kritiek of tegenslag;
U bent voorbij vreugde en klagen:
Alle jonge geliefden, al die de liefde eren
Volgen uw lot: tot stof wederkeren.
Geen duiveluitdrijver schade u!
Geen hekserij verleide u!
Ronddolende geesten respecteren uw rust!
Geen spoortje kwaad dat u verontrust!
Dat rust en vrede u bereiken,
En glorie op uw graf mag prijken!