My soul, there is a country
Far beyond the stars,
Where stands a winged sentry
All skilful in the wars;
There, above noise and danger
Sweet Peace sits crown’d with smiles
And One, born in a manger
Commands the beauteous files.
He is thy gracious Friend
And — O my soul, awake! —
Did in pure love descend
To die here for thy sake.
If thou canst get but thither,
There grows the flow’r of Peace,
The Rose that cannot wither,
Thy fortress and thy ease.
Leave then thy foolish ranges,
For none can thee secure
But One who never changes,
Thy God, thy life, thy cure.
Mijn ziel, er is een land
Ver weg voorbij de zonnetijd,
Daar staat een wachter heel galant
En vaardig in de strijd;
Daar, ver van gevaar en gebral
Zit de lieve vrede met stralende gebaren
En Eén, geboren in een stal
Beveelt de prachtige scharen.
Hij is jouw genadige vrind
En – o mijn ziel, ontwaak! –
Daalde liefdevol neer als godenkind
Om hier te sterven voor jouw zaak.
Als je ginds kunt komen,
Daar bloeit de vredestijd,
De roos die niet verwelken kan,
Jouw fort en heerlijkheid.
Verlaat dan je dwaze rijen,
Want jou beveiligen kan niemand
Behalve Eén boven alle partijen,
Je God, je leven, je Heiland.