Preludio

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Preludio

Las alamedas se van,
pero dejan su reflejo.

Las alamedas se van,
pero nos dejan el viento.

El viento está amortajado
a lo largo bajo el cielo.

Pero ha dejado flotando
sobre los ríos sus ecos.

El mundo de las luciérnagas
ha invadido mis recuerdos.

Y un corazón diminuto
me va brotando en los dedos.

Voorspel

De populierenlaan verdwijnt,
maar laat zijn spiegelbeeld achter.

De populierenlaan verdwijnt,
maar laat ons de wind.

De wind ligt opgebaard
allerwegen onder de hemel.

Maar hij heeft zijn echo’s
op de rivieren laten drijven.

De wereld van de vuurvliegjes
is mijn herinneringen binnengedrongen.

En een heel klein hartje
ontkiemt uit mijn vingers.

Eco

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Eco

Ya se ha abierto
la flor de la aurora.

(¿Recuerdas
el fondo de la tarde?)

El nardo de la luna
derrama su olor frío.

(¿Recuerdas
la mirada de agosto?)

Echo

De bloem van de dageraad
heeft zich al geopend.

(Herinner je je
het einde van de namiddag?)

De nardus verspreidt
zijn koude geur onder het maanlicht.

(Herinner je je
het gezicht van augustus?)

Madrigalillo

Federico Garcia Lorca / Manuel Oltra

Madrigalillo

Cuatro granados
tiene tu huerto.

(Toma mi corazón
nuevo.)

Cuatro cipreses
tendrá tu huerto.

(Toma mi corazón
viejo.)

Sol y luna.
Luego…
¡ni corazón
ni huerto!

Klein Madrigaal

Vier granaatappels
heeft je moestuin.

(Aanvaard
mijn nieuwe hart.)

Vier cipressen
zal je moestuin hebben.

(Aanvaard
mijn oude hart.)

Zon en maan.
Straks…
geen hart
en ook geen moestuin!