The Autumn is old,
The sere leaves are flying;–
He hath gather’d up gold,
And now he is dying;–
Old Age, begin sighing!
The vintage is ripe,
The harvest is heaping;–
But some that have sow’d
Have no riches for reaping;–
Poor wretch, fall a-weeping!
The year’s in the wane,
There is nothing adorning,
The night has no eve,
And the day has no morning;–
Cold winter gives warning.
The rivers run chill,
The red sun is sinking,
And I am grown old,
And life is fast shrinking;
Here’s enow for sad thinking!
De herfst is oud,
droge bladeren wachten;
hij verzamelde het goud,
en verliest nu zijn krachten;
oude dag, begin met smachten!
De wijnoogst is rijp,
de oogst brengt overvloed;
maar sommigen hebben gezaaid
en hebben geen rijkdom tegoed;
arme sloeber, geen zakenbloed!
Het jaar loopt al af,
niets zal meer ontspruiten,
de nacht heeft geen keer,
naar de dag kun je fluiten;
winterkou komt naar buiten.
De rivieren worden koud,
De zon verliest zijn krachten,
en ik ben nu oud,
en kan weinig verwachten;
Hier beginnen droeve gedachten