Russische liederen

diverse tekstdichters en componisten

Omdat ik deze liederen vanuit het Engels heb vertaald, zet ik ze maar in de lijst met vertalingen uit het Engels.

Богородице Дево, радуйся

Богородице Дево, радуйся,
благодатная Марие, Господь с тобою.
Благословена ты в женах,
и благословен плод чрева твоего,
яко Спаса родила еси душ наших.

Sergei Rachmaninov

Wees gegroet, Maria

Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u.
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus.
Heilige Maria, moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars,
nu, en in het uur van onze dood. Amen.

Тебе поем

Тебе поем,
Тебе благословим,
Тебе благодарим, Господи,
и молим Ти ся, Боже наш.

Liturgy of St. john Chrysostom / Piotr Ilyich Tchaikovsky)

Wij bezingen U

Wij bezingen U,
Wij loven U,
Wij danken U, Heer
en aanbidden U, onze God.

Вeчeр

Зари догорающей пламя рассыпало по небу искры.
Сквозит лучезарное море, сквозит лучезарное море,
Затих по дороге прибрежной
Бубенчиков говор нестройный.

Погонщиков звонкая песня
В дремучем лесу затерялась.
В прозрачном тумане
Мелькнула и скрылась
Крикливая чайка.

Качается белая пена у серого камня,
Как в люльке заснувший ребёнок.
Как перлы, росы освежительной капли
Повисли на листьях каштана;

И в каждой росинке трепещет
Зари догорающей пламя.

(Yakov Polonsky / Sergei Taneyev)

Avond

De gloed van de snel ondergaande zon verstrooit zijn vonken door de lucht.
de stralende zee is doorzichtig,
het dissonant klingelen van de koetsen

langs de kustweg valt stil.
de wegstervende liederen van de muilezeldrijvers
verdwalen in het dichte woud.
In de lichte mist vliegt een lawaaiige zeemeeuw
heen en weer en verdwijnt.

Het witte schuim beweegt heen en weer langs de grijze rotskust, als een slapend kind in zijn wiegje.
Als parels hangen verse dauwdruppels
aan de bladeren van de kastanje;

en in elk drupje glinstert
de gloed van de snel ondergaande zon

Посмотри, какая мгла

Посмотри, какая мгла
В глубине долин легла!
Под её прозрачной дымкой
В сонном сумраке ракит
Тускло озеро блестит,
Тускло озеро блестит.

Посмотри, какая мгла,
Посмотри, какая мгла
В глубине долин легла!

Бледный месяц невидимкой,
В тесном сонме сизых туч
Без приюта в небе ходит
И, сквозя, на всё наводит
Фосфорический свой луч.

Посмотри, какая мгла,
Посмотри, какая мгла
В глубине долин легла!

(Yakov Polonsky / Sergei Taneyev)

Kijk, de schaduwen vallen

Kijk, de schaduwen vallen
diep over de valleien.
Onder hun doorschijnende nevel
glinstert het meer zachtjes
in sluimerende schemer,
in sluimerende schemer.

Kijk, de schaduwen vallen,
de schaduwen vallen
diep over de valleien.

Kijk, een bleke ontheemde maan
beweegt ongemerkt langs het gewelf
tussen al die grijze wolken,
alles beschijnend
met zijn lumineuze licht.

Kijk, de schaduwen vallen,
de schaduwen vallen
in de uithoeken van de valleien.

Херувимская песнь

Иже Херувимы тайно образующе,
и животворящей Тройцѣ трисвятую пѣснь припѣвающе.
Всякое нынѣ житейское отложимъ попеченіе.
Aминь.
Яко да Царя всѣх подымемъ,
Aнгельскими невидимо дори-носима чинми. Аллилуіa.

Liturgy of St. john Chrysostom / Piotr Ilyich Tchaikovsky)

lofzang van de engelen

Laat ons, die hier op mystieke wijze de cherubs verzinnebeelden, het driemaal heilige lied zingen
tot de levenschenkende Drie-eenheid.
Laat ons nu alle aardse zorgen opzij leggen.
Zodat wij de Koning van het al kunnen verwelkomen,
die binnentreedt, op onzichtbare wijze begeleid  door de hemelse scharen. Alleluia.

Мери

Пью за здравие Мери,
Милой Мери моей.
Тихо запер я двери
И один без гостей
Пью за здравие Мери.

Можно краше быть Мери,
Краше Мери моей,
Этой маленькой пери;
Но нельзя быть милей
Резвой, ласковой Мери.

Будь же счастлива, Мери,
Солнце жизни моей!
Ни тоски, ни потери,
Ни ненастливых дней
Пусть не ведает Мери.

(Alexander Pushkin / Georgy Vasilyevich Sviridov )

Mary

Ik drink op de gezondheid van Marie,
mijn liefste Marie.
Stilletjes heb ik de deur op slot gedaan,
en in mijn eentje, zonder gasten,
drink ik op de gezondheid van Marie.

Sommige meisjes zijn misschien mooier
en betoverender dan mijn Marie,
deze prachtige kleine fee;
Maar geen enkele meisje zal liever zijn
dan mijn speelse, liefhebbende Marie.

Wees altijd gelukkig, Marie,
zon van mijn leven!
Val nooit ten prooi 
aan zorgen, of nood,
of troosteloze dagen.

Vosstan, boyazliviy

Восстань, боязливый:
В пещере твоей
Святая лампада
До утра горит.
Сердечной молитвой,
Пророк, удали
Печальные мысли,
Лукавые сны!
До утра молитву
Смиренно твори;
Небесную книгу
До утра читай!

(Alexander Pushkin / Georgy Vasilyevich Sviridov)

Sta op, bangerik

Sta op, bangerik:
In je grot
brandt de heilige lamp
tot de morgenstond.
Verdrijf, o profeet,
sombere gedachten
en boze dromen
met oprechte gebeden.
Zeg je gebeden nederig op,
tot de ochtend gloort;
Lees het heilige boek
tot de nieuwe dag verschijnt!

Quanto il mio duol

Giovanni Bocaccio / Orlando di Lasso

Quanto il mio duol senza conforto sia,
Signor, tu ‘l puoi sentire,
Tanto ti chiamo con dolorosa voce.
E dico ti che tanto e si mi cuoce
Che per minor martir la morte bramo.
Venga, dunque, la mia.
Vita crudel e ria
Termini co’l suo colpo ‘l mio furore,
Ch’ove ch’io vada sentiro minore.

[]

Hoe uitzichtloos is mijn verdriet,
Heer, U kent mij door en door,
Zo roep ik u met bedrukt gemoed.
En ik zeg u dat er zoveel is dat mij pijn doet
dat ik om minder te lijden verlang naar de dood.  
Kom dan toch, mijn dood.
Maak met één klap, heftig en groot,
een einde aan mijn miserabele tijden,
zodat ik, waar ik ook ga, minder zal lijden.

Never weather beaten sail

Thomas Campion / Hubert Parry

Never weather-beaten sail more willing bent to shore,   
Never tyred pilgrim’s limbs affected slumber more,      
Than my wearied sprite now longs to fly out of my troubled breast.      
O come quickly, sweetest Lord, and take my soul to rest.        

Ever-blooming are the joys of Heaven’s high paradise,
Cold age deafs not there our ears, nor vapour dims our eyes:  
Glory there the Sun outshines, whose beams the blessèd only see;      
O come quickly, glorious Lord, and raise my sprite to Thee.

Nooit boog zich het verweerde zeil nog gretiger naar de kust,
nooit eerder waren pelgrimsvoeten zo moe en uitgeblust,
zo wil mijn geest ontsnappen aan mijn lijf, zo ongerust.
Kom snel, lieve Heer, leid mijn ziel naar de eeuwige rust.

In volle bloei staan de geneugten van het Hemels paradijs altijd klaar,
daar worden we niet oud en doof, daar krijgen we geen staar:
daar is glorie stralender dan de zon, slechts de uitverkorenen zien het nu;
O kom toch snel, mijn lieve Heer, en verhef mijn geest tot U.

Farewell to Arms

Ralph Knevet / Gerald Finzi

1

The helmet now an hive for bees becomes,
And hilts of swords may serve for spiders’ looms,
Sharp pikes may make
Teeth for a rake,
And the keen blade, the arch enemy of life,
Shall be degraded to a pruning knife:
The rustic spade
Which first was made
For honest agriculture, shall retake
Its primitive employment, and forsake
The rampires steep,
And trenches deep.
Tame conies in our brazen guns shall breed,
Or gentle doves their young ones there shall feed;
In musket barrels
Mice shall raise quarrels
For their quarters:
The ventriloquious drum
(Like lawyers in vacations) shall be dumb:
Now all recruits
(But those of fruits)
Shall be forgot: and the unarmed soldier
Shall only boast of what he did whilere,
In chimneys’ ends
Among his friends.

1

De helm is nu tot bijenkorf verbouwd,
In het heft van een zwaard is een spinnenweb gebouwd,
een puntige lans
verleent de harktanden hun glans,
en de aartsvijand van het leven, de scherpe kling,
zal verworden tot een tuinmes of een keukending;
de grove spade
verdient genade
en zal de boerengrond weer losmaken,
het eenvoudige landwerk, en zal verzaken
om de vestingwal te handhaven,
of de diepe loopgraven.
Tamme konijntjes zullen in onze bronzen kanonnen broeden,
of tedere duiven zullen hun jongen daar voeden;
en de muizen bezetten
de loop van musketten
om een nest op te zetten:
de buiksprekende trom
(als een strafpleiter op zijn vrije dag) is stom:
alle rekruten
(behalve de bruten)
worden vergeten; en de ongewapende soldaat
vertelt nog sterke verhalen over zijn heldendaad,
bij een biertje met zijn kameraden
zeer vastberaden.

2

His golden locks Time hath to silver turned.
O Time too swift! Oh swiftness never ceasing!
His youth ‘gainst Time and Age hath ever spurned,
But spurned in vain; youth waneth by increasing.
Beauty, strength, youth are flowers but fading seen;
Duty, faith, love are roots and ever green.

His helmet now shall make a hive for bees,
And lover’s sonnets turn to holy psalms.
A man-at-arms must now serve on his knees,
And feed on prayers which are Age’s alms.
But though from Court to cottage he depart,
His Saint is sure of his unspotted heart.

And when he saddest sits in homely cell,
He’ll teach his swains this carol for a song:
Blest be the hearts that wish my Sovereign well.
Curst be the soul that think her any wrong.
Goddess, allow this aged man his right
To be your bedesman now that was your knight.

2

De tijd heeft zilveren lokken tussen het goud geweven;
O veel te snel, snelheid die nooit bedaart!
Zijn jeugd heeft immer tijd en leeftijd verdreven,
maar tevergeefs: de jeugd verschrompelt doordat hij verjaart.
Schoonheid, kracht en jeugd zijn de verwelkte bloemen van toen;
plicht, geloof en liefde zijn de wortels, en blijvend groen.

Zijn helm krijgt nu als bijenkorf een tweede leven,
liefdessonnetten worden heilige psalmen alom,
de krijgsman moet nu op zijn knieën dienstbaar leven,
zich voeden met gebeden, de aalmoes van de ouderdom.
Hoewel hij vertrok van het hof naar het platteland,
blijft zijn schutspatrones vertrouwen op haar vlekkeloze gezant.

n als hij neerzit in zijn kot, droef en aangedaan,
leert hij zijn jongens om dit lied te zingen:
“Gezegend zij die mijn Koningin ten dienste staan,
vervloekt de ziel die het kwaad haar op wil dringen”
Godin, vergun het recht aan deze oude vrijbuiter,
uw nederige dienaar te zijn, in plaats van uw ruiter.

The autumn is old

Thomas Hood / Gustav Holst

The Autumn is old,
The sere leaves are flying;–
He hath gather’d up gold,
And now he is dying;–
Old Age, begin sighing! 

The vintage is ripe,
The harvest is heaping;–
But some that have sow’d
Have no riches for reaping;–
Poor wretch, fall a-weeping! 

The year’s in the wane,
There is nothing adorning,
The night has no eve,
And the day has no morning;–
Cold winter gives warning. 

The rivers run chill,
The red sun is sinking,
And I am grown old,
And life is fast shrinking;
Here’s enow for sad thinking!

De herfst is oud,
droge bladeren wachten;
hij verzamelde het goud,
en verliest nu zijn krachten;
oude dag, begin met smachten!

De wijnoogst is rijp,
de oogst brengt overvloed;
maar sommigen hebben gezaaid
en hebben geen rijkdom tegoed;
arme sloeber, geen zakenbloed!

Het jaar loopt al af,
niets zal meer ontspruiten,
de nacht heeft geen keer,
naar de dag kun je fluiten;
winterkou komt naar buiten.

De rivieren worden koud,
De zon verliest zijn krachten,
en ik ben nu oud,
en kan weinig verwachten;
Hier beginnen droeve gedachten

Der Mensch

Matthias Claudius / Max Reger

Der Mensch lebt und bestehet nur eine kleine Zeit,
und alle Welt vergehet mit ihrer Herrlichkeit.
Es ist nur Einer ewig und an allen Enden 
und wir in seinen Händen.

De mens leeft en bestaat slechts korte tijd.
En heel de wereld vergaat met al haar heerlijkheid.
Slechts Één is er eeuwig en in alle landen,
en wij zijn in Zijn handen.

Der Abend

Joseph von Eichendorff / Fanny Hensel

Der Abend

Schweigt der Menschen laute Lust:
Rauscht die Erde wie in Träumen
Wunderbar mit allen Bäumen,
Was dem Herzen kaum bewusst,
Alte Zeiten, linde Trauer,
Und es schweifen leise Schauer
Wetterleuchtend durch die Brust.

De avond

De luidruchtigheid van mensen bedaart:
de aarde ruist als in dromen
wonderbaarlijk met alle bomen
wat het hart nauwelijks ervaart,
oude tijden, droeve smarten,
en zachte buien spoelen
bliksemend door alle harten.

O Herbst

Joseph von Eichendorff / Fanny Hensel

O Herbst, in linden Tagen
Wie hast du rings dein Reich
Phantastisch aufgeschlagen,
So bunt und doch so bleich! 

Wie öde, ohne Brüder,
Mein Tal so weit und breit,
Ich kenne dich kaum wieder
In dieser Einsamkeit. 

So wunderbare Weise
Singt nun dein bleicher Mund,
Es ist, als öffnet’ leise
Sich unter mir der Grund. 

Und ich ruht’ überwoben,
Du sängest immerzu,
Die Linde schüttelt’ oben
Ihr Laub und deckt’ mich zu.

O herfst, wat heb je op zachte dagen
je koninkrijk rondom
fantastisch opengeslagen,
in alle kleurenrijkdom!

Hoe leeg is, zonder broeders,
mijn dal zo diep en wijd,
ik ken je nauwelijks terug
in deze eenzaamheid.

Zo’n wonderlijke melodie
zingt nu je fletse mond,
het is als opende vol melancholie
zich onder mij de grond.

En ik rustte gans verdoofd
Jij zong maar door en werd niet moe
De linde schudde boven mijn hoofd
haar blad en dekte me toe.

Schilflied

Nikolaus Lenau / meer dan 10 componisten

Schilflied

Drüben geht die Sonne scheiden
Und der müde Tag entschlief.
Niederhangen hier die Weiden
In den Teich, so still, so tief.

Und ich muß mein Liebstes meiden:
Quill, o Träne, quill hervor!
Traurig säuseln hier die Weiden,
Und im Winde bebt das Rohr.

In mein stilles, tiefes Leiden
Strahlst du, Ferne hell und mild,
Wie durch Binsen hier und Weiden
Strahlt des Abendsternes Bild.

Fluisterlied

Ginds gaat reeds de zon verkleuren
de vermoeide dag slaapt in.
Hier staan wilgen diep te treuren
het stille, diepe water in.

En ik moet mijn lief ontwijken
wel, o tranen, wel gezwind!
Treurig ruisen hier de wilgen,
en het riet beeft in de wind.

In mijn stille, diepe lijden
straal jij, verte, licht en zacht,
zoals hier door bies en wilgen
het beeld van de sterrenpracht.

Si vous voulez

Pierre de Villiers

Si vous vouler m’amour avoir
A toujours mais, sans departir,
Pensez de faire mon plaisir,
Et jamais ne me decevoir.

Als u mijn liefde wilt winnen
voor altijd zonder scheiden,
Wil mij dan telkens weer verblijden,
en nooit een ander beminnen.