When I was one-and-twenty

Alfred Edward Housman / George Butterworth

When I was one-and-twenty

When I was one-and-twenty
I heard a wise man say
“Give crowns and pounds and guineas
But not your heart away;
Give pearls away and rubies
But keep your fancy free.”
But I was one-and-twenty
No use to talk to me

When I was one-and-twenty
I heard him say again
“The heart out of the bosom
Was never given in vain;
‘Tis paid with sighs a plenty
And sold for endless rue.”
And I am two-and-twenty
And oh, ’tis true, ’tis true

Toen ik nog eenentwintig was

Toen ik nog eenentwintig was
sprak een wijs man tot mij:
“Geef kronen, ponden, shillingen
maar houd je hart er bij;
Geef parels en juwelen
maar blijf wel eigen baas.”
Maar ik was eenentwintig jaar
ik was nog doof en dwaas

Toen ik nog eenentwintig was
zei hij het nog een keer:
“Als je je hart geeft aan een meid
is er geen terugweg meer;
dat wordt betaald met zuchten
verkocht met eeuwige spijt.”
Nu ben ik tweeëntwintig jaar
en oh, ’t is waar, ’t is waar