Un cygne avance sur l’eau
tout entouré de lui-même,
comme un glissant tableau;
ainsi à certains instants
un être que l’on aime
est tout un espace mouvant.
Il se rapproche, doublé,
comme ce cygne qui nage,
sur notre âme troublée…
qui à cet être ajoute
la tremblant image
de bonheur et de doute.
Een zwaan komt op het water naderbij
geheel in zichzelf gehuld,
als een glijdend schilderij;
zo is op zeker moment in de tijd
een wezen dat ons vervult
een en al bewegende ruimtelijkheid.
Hij nadert, in dubbelbeeld,
als de dichter die in ons bezorgde hart verblijft,
met beelden speelt…
die aan dit wezen in dubbeldruk
het rimpelende beeld toeschrijft
van twijfel en van geluk.