Des pas dans l’allée
Tombez, souvenirs, tombez feuille à feuille,
Faites un tapis de vos ors défunts.
Les fleurs reviendront pleurer leurs parfums.
Mais reverrons-nous celle qui les cueille?
Vers quel silence? en quelle allée
S’est-elle en un beau soir allée?
Dormez, feuilles d’or, parmi l’avenue,
Gardez dans vos plis le pli de ses pas.
Celui-ci plus las inclinait plus bas
Son âme vers moi qui l’ai méconnue.
Vers quel silence? en quelle allée
S’est-elle en un beau soir allée?
Tombez, souvenirs! glissez feuille à feuille,
Recouvrez ses pas de vos ors défunts.
D’autres fleurs viendront pleurer leurs parfums!
Mais plus ne viendra celle qui les cueille!
Vers quel silence? en quelle allée
S’est-elle en un beau soir allée?
Stappen op de laan
Val, herinneringen, val neer blad voor blad,
en weef een tapijt van het dode goud.
Het bloembed schenkt weer zijn geur aan het woud.
Maar zien we haar terug die het plukken hervat?
Naar welke stilte? Langs welke laan
is zij op een mooie avond gegaan?
Slaap, bladeren van goud, slaap in deze laan,
bewaar in uw plooien de echo van haar vraag.
Zij boog nog vermoeider, nog dieper omlaag,
met haar hart naar mij toe, die haar niet zag staan.
Naar welke stilte? Langs welke laan
is zij op een mooie avond gegaan?
Val, herinneringen! dwarrel blad voor blad,
dek haar stappen toe met uw dode goud.
Een nieuw bloembed schenkt zijn geur aan het woud!
Maar nooit komt zij meer die ze geplukt had!
Naar welke stilte? Langs welke laan
is zij op een mooie avond gegaan?