O wild west wind
Make me thy lyre, even as the forest is:
What if my leaves are falling like its own!
The tumult of thy mighty harmonies
Will take from both a deep, autumnal tone,
Sweet though in sadness. Be thou, Spirit fierce,
My spirit! Be thou me, impetuous one!
Drive my dead thoughts over the universe
Like withered leaves to quicken a new birth!
And, by the incantation of this verse,
Scatter, as from an unextinguished hearth
Ashes and sparks, my words among mankind!
Be through my lips to unawakened earth
The trumpet of a prophecy! O, Wind,
If Winter comes, can Spring be far behind?
O wilde westenwind
Maak mij tot uw lier, zoals u het bos bespeelt:
wat als mijn blaren vallen net als uit zijn kronen?
Het harmonieus gebulder van uw klankbeeld
veroorzaakt in beiden diepe herfsttonen,
zoet maar droef. Weest u, felle geest,
mijn inspiratie! Laat mij in onstuimigheid wonen!
Verspreid mijn dode gedachten in het heelal
als dorre bladeren, een wedergeboorte waard!
En, door de bezwering van dit lied vooral,
verstrooi als as en vonken van een ongedoofde haard,
mijn woorden onder de mensheid!
Wees door mijn lippen voor de ongewekte aard’
de trompet van een profetie! O, wind,
als de winter komt, wordt niet de lente reeds bemind?