Under the greenwood tree
Who loves to lie with me,
And tune his merry note
Unto the sweet bird’s throat,
Come hither come hither come hither:
Here shall he see no enemy
But winter and rough weather.
Who doth ambition shun,
And love to live in the sun,
Seeking the food he eats,
And pleased with what he gets
Come hither come hither come hither:
Here shall he see no enemy
But winter and rough weather
Wie wil er bij mij komen
Onder de groene bomen,
En dan zingen zijn wijsjes
Met d’allerliefste sijsjes,
Kom hierheen en probeer:
Hier kan geen vijand komen
Dan winter en slecht weer.
Wie wil graag zonnig leven,
Ambities opgegeven,
Zijn eigen eten plukken,
De oogst zal hem verrukken,
Kom hierheen en probeer:
Hier kan geen vijand komen
Dan winter en slecht weer.