Voor een goed begrip van dit lied uit de komische opera ‘Platée’ hebben we wat kennis van de griekse mythologie nodig. In het moeras van de zeer lelijke maar zelfgenoegzame moerasnimf Platée wordt een komedie opgevoerd. Jupiter maakt de nimf het hof om zijn gemalin Juno van haar jaloezie te genezen. Juno krijgt lucht van de affaire en verschijnt woedend en incognito op de bruiloft. Wanneer de nietsvermoedende Platée zwaargesluierd komt aanrijden op een door kikkers getrokken praalwagen, onthult Juno haar afstotelijke gezicht. Uitgelachen door de aanwezigen druipt Platée af en Jupiter verzoent zich met zijn echtgenote. Het lied, gezongen door ‘La Folie’ verwijst naar het verhaal van Apollo en Daphne. Door een list van Cupido/Amor wordt Apollo verliefd op Daphne en wil zij niets van mannen weten. Hij achtervolgt haar en zij slaat voor hem op de vlucht, en ze smeekt om bevrijd te worden uit haar veel te mooie lichaam. Haar wens wordt verhoord, ze verandert in een boom. In acte 2 van de opera zingt ‘La Folie’ deze aria met het verhaal van Apollo en Daphne als waarschuwing voor Platée om niet met Amor te spotten en zich niet met Jupiter in te laten.
Air de la folie
Formons les plus brillants concerts;
Quand Jupiter porte les fers
De l’incomparable Platée,
Je veux que les transports de son âme enchantée,
S’expriment par mes chants divers.
Essayons du brillant,
Donnons dans la saillie!
Aux langueurs d’Apollon, Daphné se refusa : ah !
L’Amour sur son tombeau,
Eteignit son flambeau,
La métamorphosa.
C’est ainsi que l’Amour de tout temps s’est vengé:
Que l’Amour est cruel, quand il est outragé!
Lied van de Waanzin
We geven een muzikaal feest;
terwijl Jupiter hunkert als een beest
naar de buitensporige Platée,
wil ik de uitspattingen van zijn betoverde geest
laten klinken op het bruiloftsfeest.
Laten we schitterend musiceren,
en hier samen excelleren!
Ach, Daphne weerstond Apollo’s liefdesdroom.
Want Amor in zijn godsbestuur
had gedoofd haar liefdesvuur,
en zij veranderde in een boom.
Zo wreekt Amor zich in alle tijden:
want wie Amor beledigt, is niet te benijden!