Frühlingslied
Leise zieht durch mein Gemüt
liebliches Geläute.
Klinge, kleines Frühlingslied,
kling hinaus ins Weite.
Kling hinaus bis an das Haus,
wo die Blumen sprießen.
Wenn du eine Rose schaust,
sag, ich lass sie grüßen.
Voorjaarslied
Zachtjes zweeft door mijn gemoed
een sprank’lend voorjaarslied,
kleine klokjes, klingel zoet.
wijd en zijd in het gebied.
Klingel ver tot aan het huis,
waar bloemen u ontmoeten.
Als je daar een roosje ziet,
breng haar dan mijn groeten.