Het dierenboek of de processie van Orpheus
Le dromadaire
Avec ses quatres dromadaires
Don Pedro d’Alfaroubeira
Courut le monde et l’admira
Il fit ce que je voudrais faire,
Si j’avais quatre dromadaires.
De dromedaris
Met een dromedaris of vier
trok don Pedro d’Alfaroubeira
de wereld rond als avonturier.
Hij deed het voor, ik deed hem graag na,
had ik maar vier dromedarissen hier.
La chèvre du Tibet
Les poils de cette chèvre et même
ceux d’or pour qui prit tant de peine
Jason, ne valent rien au prix
Des cheveux dont je suis épris.
De Tibetaanse geit
De kostbaarste wol van de kasjmiergeit
en zelfs Jasons gulden vlies
zijn nog lang niet zo exotisch
als mijn liefs lieftalligheid.
La sauterelle
Voici la fine sauterelle
La nourriture de Saint Jean
Puissent mes vers être comme elle
Le régal des meilleures gens.
De sprinkhaan
Ziehier de kostelijke sprinkhaan
die Johannes voedde in woestijngebieden;
konden mijn verzen die toets doorstaan:
een feestmaal te zijn voor betere lieden.
Le dauphin
Dauphins, vous jouez dans le mer
Mais le flot est toujours amer
Parfois ma joie éclate t’elle?
La vie est encore cruelle.
De dolfijn
Dolfijnen, jullie spelen in de zee
maar golven brengen altijd smart.
Komt met plezier soms drama mee?
Het leven is vaak bikkelhard.
L’écrevisse
Incertitude, O! mes delices
Vous et moi nous nous en allons
Comme s’en vont les écrevisses,
À reculons, à reculons.
De rivierkreeft
Onzekerheid, o zaligheden
U en ik wij gaan er tussenuit
Zoals de rivierkreeften voortschreden,
achteruit, achteruit.
Le carpe
Dans vos viviers dans vos etangs
Carpes que vous vivez longtemps!
Est-ce que la mort vous oublie.
Poissons de la melancolie.
De karper
In uw vijvers en uw meren
zult u karpers niet kreperen!
Gaat de dood u soms voorbij?
Vissen van melancholij.
Le paon
En faisant la roue, cet oiseau,
Dont le pennage traîne à terre,
Apparaît encore plus beau,
Mais se découvre le derrière.
De pauw
Hij maakt van zijn staart een waaier,
Daardoor lijkt deze vogel nog fraaier.
Zijn veren slepen meestal over de grond,
Maar nu staat hij in zijn blote kont.
Le chat
Je souhaite dans ma maison:
Une femme ayant sa raison,
Un chat passant parmi les livres,
Des amis en toute saison
Sans lesquels je ne peux pas vivre.
De kat
Weet je wat ik wou:
een verstandige vrouw,
die mij een kat zou geven,
en altijd vrienden die ik vertrouw,
zij houden mij in leven.