“Lay a garland” is een populair Engels gedicht uit het toneelstuk The Maid’s Tragedy (Acte II, scene I), geschreven door Francis Beaumont en John Fletcher in 1608-1611. Het lied wordt gezongen door Aspasia als haar verloofde door de koning gedwongen wordt in een verstandshuwelijk. Zij pleegt zelfmoord. De originele tekst is aldus:
Lay a garland
Lay a garland on my hearse
of the dismal yew.
Maidens, willow branches wear,
say I died true.
My love was false, but I was firm
from my hour of birth.
Upon my buried body lie
lightly, gentle earth.
Leg een krans
Leg een krans van de armzalige taxus
op mijn lijkkoets.
Meisjes, draag wilgentakken,
zeg dat ik trouw gestorven ben.
Mijn lief was ontrouw, maar ik hield stand
vanaf het uur van mijn geboorte.
Lig zacht op mijn begraven lichaam,
milde aarde!
Het lied is als madrigaal beroemd geworden door de achtstemmige setting van Robert Lucas Pearsall op 4 juni 1840. Alleen heeft Pearsall de tekst aangepast, hij heeft onder andere de eerste persoon in de derde persoon veranderd.
Lay a garland on her hearse
of dismal yew.
Maidens, willow branches wear,
say she died true.
Her love was false, but she was firm.
Upon her buried body lie
lightly, thou gentle earth.
Leg een krans van armzalige taxus
op haar lijkkoets.
Meisjes, draag wilgentakken,
zeg dat ze trouw gestorven is.
Haar lief was ontrouw, maar zij hield stand.
Lig zacht op haar begraven lichaam,
milde aarde!