Safe in their Alabaster Chambers –
Untouched by Morning
And untouched by noon –
Sleep the meek members of the Resurrection-
Rafter of Satin and Roof of Stone –
Light laughs the breeze
In the castle of sunshine-
Babbles the bee in a stolid ear
Pipe the sweet birds in ignorant cadence-
Ah, what sagacity perished here!
Grand go the Years,
In the Crescent above them –
Worlds scoop their Arcs –
And Firmaments – row –
Diadems – drop –
And Doges surrender –
Soundless as Dots,
On a Disk of Snow.
Veilig in hun albasten verblijf –
Onwetend van de ochtend –
En onwetend van de dag –
Slapen de lieve leden der opstanding,
Bedekt met satijn en een stenen dak –
Lichtjes lacht de bries
door de toren van zonneschijn
babbelt de bij in een kalme aar
fluiten vrolijke vogeltjes hun argeloze noten
Ach, welk een wijsheid ligt daar!
Groots gaan de jaren,
In het gewelf bovengronds-
Het heelal volgt zijn bogen –
En sterren – hun strijd –
Diademen – vallen –
En doges moeten wijken –
Geluidloos als stippen,
Op een sneeuwtapijt.