Sdegno la fiamma estinse
E rintuzzò lo strale,
E sciolse il nodo,
Che m’arse, che mi punse,
E che m’avvinse.
Né di legame il core paventa,
Né di piaga, né d’ardore
Né cura se baleni;
Perfida!
O s’hai quegl’occhi tuoi sereni
Che lieti fuor dell’ amoroso impaccio,
Sprezza l’incendio, le quadrelle e’l laccio.
Verachting doofde de vlammen,
stompte de pijl af
en hakte de knoop door,
die me verteerden, die me verwondde
en waar ik in verstrikt zat.
Mijn hart vreest noch de band,
noch verwonding, noch vuur
en ik heb geen zorg om de bliksem:
Trouweloze!
O jij met je mooie ogen,
vrolijk zonder de pijn van de liefde,
onderschat het vuur, de pijlen en de valstrik.