Francis Poulenc was bevriend met Paul Éluard en beide mannen bewonderden elkaars werk. Voor de liederencyclus ‘Tel jour telle nuit’ heeft Poulenc acht gedichten geselecteerd uit de bundel ‘Yeux fertiles’ (1936). Het negende lied is afkomstig uit het kunstenaarsboek ‘Facile”.
De poëzie van Éluard bespeelt alle zintuigen, hij gebruikt beelden, geluiden, klanken, kleuren, emoties en associaties. Het ontbreken van interpunctie in deze gedichten en de surrealistische beeldtaal maken de interpretatie (en ook de vertaling) tot een uitdaging. De vertaler moet dicht bij de originele tekst blijven, ook qua syntaxis, maar ontkomt niet aan keuzes voor de woordbetekenissen.
Poulenc heeft de gedichten van melodieën voorzien, vol variaties en modulaties, waarin hij de emotie en de sfeer van de gedichten probeert te vangen. Hij heeft de liederen opgedragen aan vriend(inn)en.
à Pablo Picasso
I Bonne journée
Bonne journée j’ai revu qui je n’oublie pas
Qui je n’oublierai jamais
Et des femmes fugaces dont les yeux
Me faisaient une haie d’honneur
Elles s’enveloppèrent dans leurs sourires
Bonne journée j’ai vu mes amis sans soucis
Les hommes ne pesaient pas lourd
Un qui passait
Son ombre changée en souris
Fuyait dans le ruisseau
J’ai vu le ciel très grand
Le beau regard des gens privés de tout
Plage distante où personne n’aborde
Bonne journée qui commença mélancolique
Noire sous les arbres verts
Mais qui soudain trempée d’aurore
M’entra dans le cœur par surprise.
voor Pablo Picasso
Goeie dag
Goeie dag ik heb hem teruggezien die ik niet vergeet
Die ik nooit zal vergeten
En vluchtige vrouwen wier ogen
Voor mij een erehaag vormden
Ze wikkelden zich in hun glimlach
Goeie dag ik zag mijn onbezorgde vrienden
De mannen waren niet zwaar
Er kwam iemand voorbij die
Zijn schaduwbeeld veranderd in een muis
Vluchtte in de goot
Ik zag de immense hemel
De mooie blik van mensen die van alles verstoken zijn
Verlaten strand waar niemand aanspoelt
Goeie dag die mistroostig begon
Zwart onder de groene bomen
Maar die plotseling doordrenkt van licht
Bij verrassing mijn hart overrompelde.
à Freddy
II Une ruine coquille vide
Une ruine coquille vide
Pleure dans son tablier
Les enfants qui jouent autour d’elle
Font moins de bruit que des mouches
La ruine s’en va à tâtons
Chercher ses vaches dans un pré
J’ai vu le jour je vois cela
Sans en avoir honte
Il est minuit comme une flèche
Dans un cœur à la portée
Des folâtres lueurs nocturnes
Qui contredisent le sommeil.
voor Freddy
Een bouwval lege schelp
Een bouwval lege schelp
Huilt in zijn dek
De kinderen die eromheen spelen
Maken minder drukte dan vliegen
De bouwval gaat in den blinde
Zijn koeien zoeken in een weiland
Ik heb de dag gezien ik zie dat
Zonder schaamte
Het is middernacht als een pijl
In een hart binnen het bereik
Van de speelse nachtelijke schijnsels
Die de slaap belemmeren.
à Nush
III Le front comme un drapeau perdu
Le front comme un drapeau perdu
Je te traîne quand je suis seul
Dans des rues froides
Des chambres noires
En criant misère
Je ne veux pas les lâcher
Tes mains claires et compliquées
Nées dans le miroir clos des miennes
Tout le reste est parfait
Tout le reste est encore plus inutile
Que la vie
Creuse la terre sous ton ombre
Une nappe d’eau près des seins
Où se noyer
Comme une pierre.
voor Nush
Met een gezicht als een verloren vlag
Met een gezicht als een verloren vlag
Zeul ik je mee als ik alleen ben
In koude straten
Donkere kamers
Mijn nood klagend
Ik wil ze niet loslaten
Jouw schitterende en complexe handen
Ontstaan in de dichte spiegel van de mijne
Al het andere is volmaakt
Al het andere is nog nuttelozer
Dan het leven
Graaf de aarde uit onder je schaduw
Een waterplas bij de borsten
Om in te verdrinken
Als een steen.
à Valentine Hugo
IV Une roulotte couverte en tuiles
Une roulotte couverte en tuiles
Le cheval mort un enfant maître
Pensant le front bleu de haine
A deux seins s’abattant sur lui
Comme deux poings
Ce mélodrame nous arrache
La raison du cœur.
voor Valentine Hugo
Een woonwagen met hout gedekt
Een woonwagen met hout gedekt
Het paard dood een kind als meester
Denkend met een blauw gezicht van afkeer
Aan twee borsten die op hem neervallen
Als twee vuisten
Dit melodrama scheurt ons
Hart en ons verstand uiteen.
à Marie Blanche
V A toutes brides toi dont le fantôme
A toutes brides toi dont le fantôme
Piaffe la nuit sur un violon
Viens régner dans les bois
Les verges de l’ouragan
Cherchent leur chemin par chez toi
Tu n’est pas de celles
Dont on invente les désirs
Viens boire un baiser par ici
Cède au feu qui te désespère.
voor Marie Blanche
Kom spoorslags jij wiens schim
Kom spoorslags jij wiens schim
’s Nachts trappelt op een viool
Kom heersen in het bos
De muren van de orkaan
Zoeken hun weg naar jou
Jij bent niet zo iemand
Van wie je de verlangens bedenken kan
Kom hier een kus drinken
Zwicht voor het vuur dat je tot wanhoop drijft.
à Marie Blanche
VI Une herbe pauvre
Une herbe pauvre
Sauvage
Apparut dans la neige
C’était la santé
Ma bouche fut émerveillée
Du goût d’air pur qu’elle avait
Elle était fanée.
voor Marie Blanche
Een armoedig plantje
Een armoedig plantje
Wild
Kwam tevoorschijn in de sneeuw
Het was de gezondheid
Mijn mond viel open
Door de smaak van zuivere lucht die het had
Het was verwelkt.
à Denise Bourdet
VII Je n’ai envie que de t’aimer
Je n’ai envie que de t’aimer
Un orage emplit la vallée
Un poisson la rivière
Je t’ai faite à la taille de ma solitude
Le monde entier pour se cacher
Des jours des nuits pour se comprendre
Pour ne plus rien voir dans tes yeux
Que ce que je pense de toi
Et d’un monde à ton image
Et des jours et des nuits réglés par tes paupières.
voor Denise Bourdet
Ik wil niets anders dan jou beminnen
Ik wil niets anders dan jou beminnen
Een onweersbui vult de vallei
Een vis de rivier
Ik heb je gemodelleerd naar mijn eenzaamheid
De hele wereld om te schuilen
Dagen nachten om elkaar te verstaan
Om niets meer te zien in jouw ogen
Dan wat ik denk over jou
En over een wereld naar jouw evenbeeld
En dagen en nachten geordend door jouw oogopslag.
à Pierre Bernac
VIII Figure de force brûlante et farouche
Figure de force brûlante et farouche
Cheveux noirs où l’or coule vers le sud
Aux nuits corrompues
Or englouti étoile impure
Dans un lit jamais partagé
Aux veines des tempes
Comme au bout des seins
La vie se refuse
Les yeux nuls peut les crever
Boire leur éclat ni leurs larmes
Le sang au-dessus d’eux triomphe pour lui seul
Intraitable démesurée
Inutile
Cette santé bâtit une prison.
voor Pierre Bernac
Aanblik van vurige en woeste kracht
Aanblik van vurige en woeste kracht
Zwart haar waar het goud zuidwaarts stroomt
In bedorven nachten
Omsloten goud onzuivere ster
In een nooit gedeeld bed
De aders van de slapen
Noch de tepels van de borsten
Komen tot leven
De ogen niemand kan ze openbreken
Hun flonkering drinken of hun tranen
Het bloed daarboven juicht alleen voor zichzelf
Grenzeloos onverzettelijk
Nutteloos
Deze gezondheid bouwt een gevangenis.
à Yvonne Gouverné
IX Nous avons fait la nuit
Nous avons fait la nuit je tiens ta main je veille
Je te soutiens de toutes mes forces
Je grave sur un roc l’étoile de tes forces
Sillons profonds où la bonté de ton corps germera
Je me répète ta voix cachée ta voix publique
Je ris encore de l’orgueilleuse
Que tu traites comme une mendiante
Des fous que tu respectes des simples où tu te baignes
Et dans ma tête qui se met doucement d’accord
avec la tienne avec la nuit
Je m’émerveille de l’inconnue que tu deviens
Une inconnue semblable à toi semblable à tout ce que j’aime
Qui est toujours nouveau.
voor Yvonne Gouverné
We hebben het licht uitgedaan
We hebben het licht uitgedaan ik neem je hand ik waak
Ik bescherm je met al m’n krachten
Ik kras in een rots de ster van je krachten
Diepe voren waaruit de goedheid van je lichaam zal ontspruiten
Ik oefen voor mezelf je verborgen stem je publieke stem
Ik lach nog eens om de hoogmoedige
Die jij behandelt als een bedelares
De gekken die jij hoogacht de eenvoudigen die je koestert
En in mijn hoofd dat het zachtjes eens wordt
Met het jouwe met de nacht
Ben ik verrukt over de onbekende die je wordt
Een onbekende die op jou lijkt die lijkt op alles waar ik van houd
Die altijd weer nieuw is.