Lamento della ninfa
Non havea Febo
Non havea Febo ancora
recato al mondo il dì
ch’una donzella fuora
del proprio albergo uscì.
Sul pallidetto volto
scorgease il suo dolor,
spesso gli venia sciolto
un gran sospir dal cor.
Sì calpestando fiori,
errava hor qua, hor là,
i suoi perduti amori
così piangendo va:
Amor
Amor, dicea, il ciel
mirando il piè fermò
dove, dov’è la fé
che ‘l traditor giurò?
Miserella
Fa che ritorni il mio
amor com’ei pur fuo,
o tu m’ancidi, ch’io
non mi tormenti più.
Miserella, ah più no,
tanto gel soffrir non può.
Non vo’ più che i sospiri
se non lontan da me,
no, no, che i suoi martiri
più non dirammi, affé!
Miserella, ah più no,
tanto gel soffrir non può.
Perché di lui mi struggo
tutt’orgoglioso sta,
che sì, che sì se ‘l fuggo
ancor mi pregherà?
Miserella
Se ciglio ha più sereno
colei che ‘l mio non è,
già non rinchiude in seno
Amor si bella fé.
Miserella, ah più no,
tanto gel soffrir non può.
Né mai si dolci baci
da quella bocca havrai,
né più soavi; ah, taci,
taci, che troppo il sai.”
Si, tra sdegnosi
Sì tra sdegnosi pianti
spargea le voci al ciel;
così ne’ cori amanti
mesce Amor fiamma e gel.
Klaagzang van een meisje
Phoebus had nog niet
Phoebus had het licht nog niet
naar de wereld gebracht
toen een meisje
uit haar huis tevoorschijn kwam.
Op haar bleke gezicht
was haar verdriet te zien,
en vaak kwam er een
diepe zucht vanuit haar hart.
Zo vertrapte ze de bloemen,
dwaalde nu hier, dan daar,
en beklaagde zich over
haar verloren liefde aldus:
Liefde
Liefde, sprak ze,
onbeweeglijk starend naar de hemel,
waar is de trouw
die de verrader gezworen heeft?
Arm meisje
Maak dat mijn lief terugkomt
zoals voorheen,
of dood mij, zodat ik
niet meer hoef te lijden.
Arm meisje, ach ze kan deze
ijzige kou niet meer verdragen.
Ik wil hem niet meer begeren,
als hij bij me is,
Nee, nee, hij laat me niet
meer lijden, op mijn woord!
Arm meisje, ach ze kan deze
ijzige kou niet meer verdragen.
Omdat ik naar hem smacht
is hij zo arrogant,
misschien als ik van hem wegvlucht
zal hij me nog komen smeken?
Arm meisje
Als haar ogen mooier zijn
dan de mijne,
heeft de liefde niet zulke trouw
in haar hart gesloten.
Arm meisje, ach ze kan deze
ijzige kou niet meer verdragen.
Nooit zal hij zulke zoete kussen
van haar lippen krijgen,
en zo teder; ach, zwijg,
zwijg, je hebt al teveel gezegd.
Ja, tussen boze
Ja, tussen haar boze tranen
richt ze haar stem tot de hemel;
zo kan de liefde vuur en ijs planten
in het hart van geliefden.