Cantique de Jean Racine
Verbe égal au Très-Haut notre unique espérance,
Jour éternel de la terre et des cieux
De la paisible nuit nous rompons le silence,
Divin Sauveur, jette sur nous les yeux,
Répands sur nous le feu de ta grâce puissante,
Que tout l’enfer fuie au son de ta voix,
Dissipe le sommeil d’une âme languissante
Qui la conduit à l’oubli de tes lois!
O Christ sois favorable à ce peuple fidèle,
Pour te bénir maintenant rassemblé;
Reçois les chants qu’il offre à ta gloire immortelle,
Et de tes dons qu’il retourne comblé.
Lofzang van Jean Racine
Woord van de Allerhoogste, ons enige verlangen,
o eeuwig licht van aarde, hemel en heelal,
in de vredige nacht komen wij met gezangen,
goddelijke Heiland, richt uw oog op ons al.
Ontbrand in ons uw heilige vuur,
dat heel de onderwereld wijkt voor uw woord,
wek de smachtende ziel op ‘t juiste uur
dat hij zich niet verslaapt en uw wet heeft gehoord.
O Christus wees uw trouwe volk gunstig gezind
wij zijn hier vandaag bijeen om u te eren;
ontvang ons gezang voor uw eeuwig bewind,
dat het vol van uw gaven terug moge keren.
Zingbare hertaling
Bovenstaande vertaling van de Cantique heb ik heel lang geleden gemaakt. Nu kreeg ik een verzoek om een zingbare vertaling te maken. Dat stelt meer eisen aan het ritme en het aantal lettergrepen, waardoor een nog iets vrijere vertaling ontstaat, die precies past in de melodie van Fauré.
Cantique de Jean Racine
Verbe égal au Très-Haut notre unique espérance,
Jour éternel de la terre et des cieux
De la paisible nuit nous rompons le silence,
Divin Sauveur, jette sur nous les yeux.
Répands sur nous le feu de ta grâce puissante,
Que tout l’enfer fuie au son de ta voix,
Dissipe le sommeil d’une âme languissante
Qui la conduit à l’oubli de tes lois!
O Christ sois favorable à ce peuple fidèle,
Pour te bénir maintenant rassemblé;
Reçois les chants qu’il offre à ta gloire immortelle,
Et de tes dons qu’il retourne comblé.
Lofzang van Jean Racine
Woord van nu en altijd, ons enige verlangen,
het eeuwig licht van het ganse heelal,
in de vredige nacht komen wij met gezangen:
o Heiland groot, aanschouw ons bovenal.
Ontbrand in ons het vuur, omdat wij op U wachten,
sla heel de hel voor uw stem op de vlucht;
verstoor de slaap van hen, die vurig naar U smachten,
die hen verleidt te vergeten uw tucht!
O Christus wees genadig voor ‘t volk dat trouw belijdt,
nu bij elkaar in gezangen gehuld;
ontvang hun lof en dank voor uw eeuwige wijsheid,
en mag uw volk van U worden vervuld.