O Morte

Alessandro Scarlatti

O morte agl’ altri fosca a me serena,
Scaccia con il tuo stral lo stral d’amore.
Spenga il tuo ghiaccio l’amoroso ardore,
Spezzi la falce tua la sua catena.

O dood, voor anderen zwart, voor mij zo licht,
Maak met jouw pijlen een einde aan ‘t liefdesuur.
Doof met jouw ijzige koude het liefdesvuur,
Verbreek de keten met jouw zeis, volvoer je plicht.

O Selce, O Tigre, O Nynfa

Alessandro Scarlatti

O Selce, o tigre, o nynfa,
Fredda, crudele e bella,
Ch’innamori mai sempre e mai non ami.
Tu saetti se miri
E le faville a chi ti mira avventi
E mirante é mirata,
Bella si, ma spietata.
O col ferro, o col dardi
Altrui tormenti
E scherzi con Amor e non lo senti.

O steen, o tijger, o nimf,
zo koud, zo wreed en schoon,
die altijd bekoort, maar nooit liefheeft.
Je mikt je pijlen,
je werpt je vonken naar wie je bekijkt,
en wie werpt wordt bekeken,
mooi, maar meedogenloos ben je.
Met dolk en pijlen
kwel je de anderen
en speel je met de liefde, die je niet voelt.

Sdegno La Fiamma Estinse

Orsina Cavaletta / Alessandro Scarlatti

Sdegno la fiamma estinse
E rintuzzò lo strale,
E sciolse il nodo,
Che m’arse, che mi punse,
E che m’avvinse.
Né di legame il core paventa,
Né di piaga, né d’ardore
Né cura se baleni;
Perfida!
O s’hai quegl’occhi tuoi sereni
Che lieti fuor dell’ amoroso impaccio,
Sprezza l’incendio, le quadrelle e’l laccio.

Verachting doofde de vlammen,
stompte de pijl af
en hakte de knoop door,
die me verteerden, die me verwondde
en waar ik in verstrikt zat.
Mijn hart vreest noch de band,
noch verwonding, noch vuur
en ik heb geen zorg om de bliksem:
Trouweloze!
O jij met je mooie ogen,
vrolijk zonder de pijn van de liefde,
onderschat het vuur, de pijlen en de valstrik.

Vi ricorda, o boschi ombrosi

Alessandro Striggio / Claudio Monteverdi

Vi ricorda, o boschi ombrosi,
de’ miei lunghi aspri tormenti,
quando i sassi a’ miei lamenti
rispondean, fatti pietosi?

Dite, allor non vi sembrai
più d’ogni altro sconsolato?
Or fortuna ha stil cangiato
ed ha volti in festa i guai.

Vissi già mesto e dolente,
or gioisco e quegli affanni
che sofferti ho per tant’anni
fan più caro il ben presente.

Sol per te, bella Euridice,
benedico il mio tormento,
dopo ‘l duol vie più contento,
dopo il mal vie più felice.

Weten jullie nog, schaduwrijke wouden,
van mijn lange, wrange kwelling,
toen zelfs de hardste rotshelling
zijn medeleven niet kon inhouden?

Zeg me, leek ik toen voor jullie niet
meer dan ieder ander troosteloos?
Nu is mijn geluk grenzeloos,
mijn onheil omgebogen in een feestlied.

Ik was eertijds zo smartelijk en stuk,
nu ben ik vrolijk, en de pijn
van al die jaren ongelukkig zijn
versterkt mijn hedendaags geluk

Alleen aan jou, Euridice mijn lief
draag ik mijn kwelling op,
na een lijdensweg bloeien we op,
we zijn gelukkiger na ongerief.

O primavera / O dolcezze

Giovanni Battista Guarini / Heinrich Schütz

O primavera, gioventù dell’anno,
bella madre de’ fiori,
d’erbe novelle, e di novelli amori;
tu torni ben,
ma teco non tornano’i sereni,
e fortunati dì, delle mie gioie,
tu torni ben, tu torni
ma teco’altro non torna
ché del perduto mio caro tesoro
la rimembranza misera e dolente
tu ben sei quella
ch’eri pur dianzi si vezzosa e bella.
Ma non son io quel che già un tempo fui,
sì caro a gli occhi altrui.

O dolcezze’amarissime d’amore
quanto’è più duro perdervi
che mai non v’haver
ò provate’ò possedute
come saria l’àmar felice stato
se’l già goduto ben non si perdesse
o quando’egli si perde
ogni memoria’ancora del deliguato ben
si dileguasse!

O lente, jeugd van het jaar,
lieflijke moeder van bloemen,
van grassen, en van nieuwe liefdes;
je komt weliswaar terug,
maar met jou keert niet terug
mijn zuivere en fortuinlijke geluk;
Je komt weliswaar terug, 
maar alleen maar met de ellendige
en droevige herinnering
aan het verlies van mijn dierbare schat.
Je bent nog steeds
zoals je eerder was, zo bekoorlijk en mooi.
Maar ik ben niet meer zoals ik ben geweest,
zo geliefd in de ogen van een ander.

O bitterzoete liefde,
hoeveel moeilijker is het om je te verliezen
dan om je nooit gekend te hebben.
O hoe gelukkig zou de liefde zijn
als je de geliefde
niet kon verliezen,
of als je alle herinneringen
zou vergeten na het verlies
van je lief!

Io ’t abbracio

G. F. Händel, duet van Rodelinda en Bertarido

Io ’t abbracio

Io ’t abbraccio,
e più che morte aspro e forte
è pe’l cor mio questo addio,
che il tuo sen dal mio divide;

Ah mia vita! Ah mio tesoro!
se non moro,
è più tiranno quell’ affando,
che dà morte, e non uccide.

Ik omhels je groot

Ik omhels je groot,
en voor mijn hart is dit lijden,
dat jouw en mijn hart moeten scheiden,
wranger en scherper dan de dood;

Ach mijn lief, welk grote nood!
als ik niet sterf,
wreder is mijn verderf,
dat doodsheid brengt, maar niet de dood.

Raggi dov’è il mio bene

Claudio Monteverdi

Raggi dov’è il mio bene

Raggi dov’è il mio bene
non mi date più pene
ch’io me n’andrò cantando dolce aita
questi son gl’occhi che mi dan la vita.

Soli del vostro foco
non m’ardete per gioco,
ch’io me n’andrò cantando a tutte i’hore
questi son gl’occhi dove alberga Amore.

Lumi vivaci alteri
non mi siate sì feri
ch’io me n’andrò cantando ad hora ad hora
questi son gl’occhi donde il ciel s’indora.

Stralen waar mijn lief zal zijn

Stralen waar mijn lief zal zijn
geven mij niet zoveel pijn  
dat ik niet zal zingen, wil me vergeven,
dit zijn de ogen die mij het leven geven.

Zonnen van jouw vuur
zullen mij niet in het spel verbranden,
ik zal zingen op ieder uur
dit zijn de ogen waar de Liefde ontbrandde.

Ogen levendig en fier
geven mij zoveel plezier
dat ik zal zingen met eindeloos geduld
dit zijn de ogen waarmee de hemel is verguld.

Apri le luci

Antonio Vivaldi

Apri le luci e mira il mio costante affetto. 
Per te il mio cor sospira e non l’intendi ancor. 
E in tacita favella co’ soli miei sospiri, ti scopro, 
oh dio, la bella fiamma che m’arde il cor.

Open je ogen, zie mijn voortdurende smachten.
Mijn hart zucht naar jou, nog blind voor mijn smart.
En alleen zwijgend en zuchtend toon ik jou, in het wachten,
de vurige vlam die -o god- brandt in mijn hart. 

Il tango delle capinere

Bixio Cherubini / Cesare Andrea Bixio

Zingbare hertaling

Deze Italiaanse tango verhaalt over de “capinera’s” in het verre Arizona. Capinera is een zangvogel, in het Nederlands ‘Zwartkop’. Duizend van deze zangvogels gaan zingen bij de klank van een gitaar. Maar in de Italiaanse literatuur is capinera ook een meisje. In dat verre land zijn de meisjes vrijer, gewilliger, de Italiaanse meisjes zijn meer terughoudend. Dat is de strekking van het begin van deze tango: wie zijn geluk zoekt die vindt daar de liefde. De tekst van dit lied is sensueel, passend bij het sensuele karakter van de tango, en bevat veel erotisch / verhullend taalgebruik, wat we graag in de vertaling behouden.
In het Nederlands hebben we maar één zangvogel die ook een meisje is: Merel.

Il tango delle capinere

Laggiù nell’Arizona
Terra di sogni e di chimere
Se una chitarra suona
Cantano mille capinere
Hanno la chioma bruna
Hanno la febbre in cuor
Chi va cercar fortuna
Li troverà L’amor

A mezzanotte va
La ronda del piacere
E nell’oscurità
Ognuno vuol godere
Son baci di passion
L’amor non sa tacere
E questa è la canzon
Di mille capinere

Il bandolero stanco
Scende la sierra misteriosa
Sul suo cavallo bianco
Spicca la vampa di una rosa
Quel fior di primavera
Vuol dire fedeltà
E alla sua capinera
Egli lo porterà

De tango van de merels

In warme verre streken
Landen met zwoele luchtkastelen
Als één gitaar gaat spelen
Hoor je hier minstens duizend merels
Met mooie bruine lokken
En met de koorts in het hart
Wie daar geluk gaat zoeken
Die vindt de liefdesstart

Het nachtelijk avontuur
De tijd om te flaneren
Juist op dat duistere uur
Wil iedereen begeren
Met kussen vol van vuur
De liefde trekt de kerels
En zo weerklinkt het lied
Van duizend mooie merels  

Een zwaar vermoeide ridder
Rijdt als een duvel uit een doosje 
Zijn witte paardje draagt hem
Schitterend gloeit zijn rode roosje
Die lentebloem wil zeggen
Ik hou altijd van jou
En voor zijn eigen merel
Draagt hij dat roosje trouw.

Degli occhi Il dolce giro ——- Occhi dolce e soavi

Luca Marenzio

Degli occhi Il dolce giro

Degli occhi il dolce giro
E’l guardo ond’ardo s’io miro sospiro
E s’io no’l miro partir o fuggire,
partir o fuggire, partir o fuggire
Non so voglio morire, voglio morire.

Di gioia or chi mi priva
Ch’io moro, adoro, una Diva ch’è schiva
Pietà omai se non ch’ardendo e struggendo,
ch’ardendo e struggendo, ch’ardendo e struggendo
Vivrò sempre e piangendo, sempre e piangendo.

Amor deh, dammi pace
Ch’invero io pero e la face mi sface
O da gli occhi col dardo forte in sorte,
dardo forte in sorte, dardo forte in sorte
Ormai mi dona morte, mi dona morte.

De zachte ronding van je ogen

De zachte ronding van je ogen
en je verzengende blik, als ik begerig kijk
om niet te kijken moet ik weggaan of vluchten,
weggaan of vluchten, weggaan of vluchten
ik weet niet of ik wil sterven, of ik wil sterven.

Wie rooft nu mijn geluk
ik ga dood, ik aanbid een afkerige diva 
Heb medelijden als ik ooit verbrand en verga,
verbrand en verga, verbrand en verga
Ik zal altijd in tranen leven, in tranen leven

Ach lief, geef me rust
want ik ga waarlijk ten onder en mijn gezicht smelt
De sterke pijl van jouw ogen is mij noodlottig,
is mij noodlottig, is mij noodlottig
Geef mij nu de eeuwige rust, de eeuwige rust.

Occhi dolce e soavi

Occhi dolci e soavi,
Ch’avete del mio afflitto cor le chiavi,
Non mi perseguitate,
Ch’ho gelosia del sol che voi mirate.

Celatemi la luce
Ch’eternamente a pianger mi conduce,
Pur ch’ad altri si cele,
In tenebre vivro lieto e fidele.

Lieflijke zachte ogen

Lieflijke zachte ogen,
die de sleutel bezitten tot mijn gekwelde hart,
achtervolg mij niet,
want ik ben jaloers op de zon die je uitstraalt.

Verberg voor mij het licht,
dat me voor altijd doet lijden,
want voor de anderen verborgen,
zal ik in het duister blij en trouw leven.